Rallycross

Technisch Reglement Rallycross is een balancing act

Sectie kiest voor langere overgangstermijn voor cross karts

Technisch Reglement Rallycross is een balancing act

“Het up-to-date houden en aanpassen van het technisch reglement rallycross is een balancing act”, begint Hans Heuvelmans het interview met KNAF Magazine, nog voordat er één vraag is gesteld. De voorzitter van de Sectie Rallycross van de KNAF en tevens wedstrijdleider van het NRV Eurocircuit, weet waarover hij praat en wat hij kwijt wil: “Je wilt de reglementen natuurlijk aanpassen aan de eisen van de tijd, met name op het gebied van veiligheid, sportiviteit en milieu. Maar tegelijkertijd moet de rallycross betaalbaar blijven. En je wilt voorkomen dat rijders geconfronteerd worden met verstrekkende nieuwe regels, die ertoe leiden dat ze hun bestaande materiaal grotendeels kunnen afschrijven. Dat is kapitaalvernietiging, die de sport niet ten goede komt.”

Een begrijpelijke stellingname van de Sectie Rallycross en de NRV. De rallycross heeft het in Nederland toch al niet echt makkelijk. Zo heeft de Nederlandse Rallycross Vereniging jarenlang strijd moeten voeren voor behoud van het Eurocircuit, het enige permanente rallycrosscircuit in Nederland. En naar het zich nu laat aanzien met succes. Nog dit jaar presenteert de Gemeente Valkenswaard een ontwerp bestemmingsplan, waarin in ieder geval het huidige activiteitenniveau op het Eurocircuit wordt zeker gesteld. Dan is er één belangrijke uitdaging voor de rallycross in Nederland ingevuld. Maar de NRV zou ook graag zien dat er meer Nederlandse rijders komen.

“Zolang als ik mij kan herinneren, telt de Nederlandse Rallycross Vereniging meer Belgische rijders dan Nederlandse”, aldus Heuvelmans. Op zich verklaarbaar, want het Eurocircuit ligt pal tegen de Belgische grens. “Maar het zou toch mooi zijn als we meer Nederlandse teams mochten verwelkomen. Binnen de Sectie Rallycross hebben we onlangs het idee geopperd om meer autocrossers te interesseren in de rallycross, zoals onlangs Hans Verbugt met zijn team de overstap maakte. Daarvoor kunnen we mogelijk nog dit jaar een kennismakingsdag op het Eurocircuit organiseren. En wat je zeker niet wilt, is de leden kwijtraken omdat je als sectie de technische reglementen dusdanig aanpast, dat rijders fors extra moeten investeren om überhaupt te kunnen blijven rijden.” Dat verklaart de balancing act, zoals Hans Heuvelmans het noemt, bij het aanpassen van reglementen.

Veel weerstand

Na overleg met de Belgische zusterclub BORA hadden NRV en de sectie vorig jaar het plan om de reglementen voor Nederland en België zo snel mogelijk gelijk te trekken. In de eerste plaats omdat de NRV veel leden uit België heeft, maar ook omdat Nederlandse rallycrossers eveneens deelnemen aan Belgische wedstrijden. En dan is het wel zo duidelijk als het Technisch Reglement en het Wedstrijd- of Sportief Reglement niet teveel afwijken.

“Een aantal zaken kon zonder problemen vanaf 2022 worden ingevoerd, zoals een minimum gewicht van 425 kg incl. rijder en helm van de cross karts (410 kg voor de junioren)”, verduidelijkt Hans Heuvelmans. “Ook de aangescherpte basis veiligheidseisen voor alle gesloten voertuigen stuitte nauwelijks op weerstand. Een aantal aanpassingen aan het technisch reglement, met name voor de cross karts, riep bij veel rijders echter wel veel weerstand op.”

Zoals eerder in het KNAF Magazine gepubliceerd, was het idee om voor chassis- en motorspecificaties van de cross karts de internationale FIA-reglementen te volgen, zoals de Belgische BORA dat doet. Dat zou betekenen dat vanaf 2023 uitsluitend de vier door de FIA toegelaten motoren (600 en 850 cc) toegestaan zijn, voorzien van de FIA ECU. Bovendien zouden vanaf volgend jaar uitsluitend FIA-gehomologeerde chassis toegestaan zijn. “Een aantal rijders kondigde aan dat dit wat hun betreft reden zou zijn om de rallycross de rug toe te keren. En dat kan nooit de bedoeling zijn”, aldus de sectievoorzitter.

Langere overgangstermijn

“Met name die motoren en de ECU, waarvan overigens nog niet duidelijk is hoe dat precies georganiseerd zal worden, deed nogal wat cross kart rijders steigeren”, meldt Bart van Keken, de technische man binnen de Sectie Rallycross, nadat hij uitgebreid met een aantal rijders had gesproken. “Dat leidt ertoe dat we bij nader inzien hebben besloten om een meer acceptabele overgangstermijn in acht te nemen dan oorspronkelijk voorzien. Voor nieuwe homologaties geldt uiteraard het FIA-reglement. Dat is wel zo duidelijk en dan staan de rijders in principe voor jaren gesteld”, meldt Bart. “Maar wij hebben wel besloten dat bestaande cross karts, indien op dit moment goedgekeurd, vooralsnog tot 31-12-2025 mogen worden gebruikt voor het NK. Tegen die tijd kan worden geëvalueerd wat de situatie is en kan naar bevind van zaken worden besloten.” Hans Heuvelmans benadrukt dat er nóg een belangrijke reden is om de overgangstermijn te verlengen: “Op deze manier kopen we tijd voor die rijders die overwegen om op termijn over te stappen op een elektrische cross kart. Die hoeven dan nu niet eerst te investeren in een nieuwe motor met FIA ECU, maar kunnen nog een paar jaar met hun bestaande cross kart blijven rijden en vervolgens meteen de overstap naar elektrisch maken. In Nederland althans, want wat collega clubs in België of Duitsland aan eisen stellen, daar gaan wij uiteraard niet over.”

Drempel verlagen

Overigens vult Bart van Keken aan dat de sectie geen intentie heeft om de reglementen voor gesloten auto’s op korte termijn aan te passen. Wel worden met Duitsland en België eerste gesprekken gevoerd om te kijken of er interesse en ruimte is voor een nieuwe instapklasse.

“Autosport kost nu eenmaal geld. Maar als we de drempel tot de rallycross kunnen verlagen door samen met onze Belgische en Duitse zusterorganisaties een betaalbare instapklasse te creëren, dan juichen zowel de sectie als de NRV dit van harte toe”, stelt Van Keken, die inmiddels oriënterende gesprekken heeft gevoerd. “Daarbij is het duidelijk niet de bedoeling om voor een merkenklasse te kiezen, maar uit te gaan van in Nederland, België en Duitsland beschikbare productieauto’s. Gestart zou kunnen worden met een klasse tot 1600 cc, waar later eventueel een turboklasse aan kan worden toegevoegd. Vanzelfsprekend moeten de nodige veiligheidseisen worden gesteld, maar banden zouden bijvoorbeeld straat legale productiebanden kunnen zijn. Uitgangspunt moet blijven dat de instapklasse low-budget is en daarmee vooral voor beginners aantrekkelijk.”

Hans Heuvelmans knikt instemmend, maar voegt er wel meteen aan toe dat zo’n nieuwe klasse nog wel even op zich laat wachten: “Wij staan voor de uitdaging om de rallycross in Nederland te laten groeien, dat is hard nodig. En een betaalbare instapklasse naast de RST, die vooral voor de jeugd bedoeld is, heeft zeker onze prioriteit. Maar om de rallycross organisaties in drie landen op één lijn te krijgen en voldoende interesse in een nieuwe klasse te kweken, dat kost wel een paar jaar. Maar we gaan er wel voor, want rallycross verdient het om te groeien.”