Soms bedenken automerken namen voor nieuwe modellen die of in bepaalde landen iets negatiefs betekenen of simpelweg door andere fabrikanten al in gebruik zijn. De naam Express stond in de Angelsaksische landen al op de achterkant van de Peugeot J5 die aldaar Talbot Express heette. Vandaar dat onze vertrouwde Express de naam Extra kreeg.
Van oudsher worden bij Renault de compacte bestelwagens gebouwd op basis van bestaande personenauto’s. Dat was al zo bij de Juvaquatre/Dauphinoise die tot en met 1960 werd geproduceerd. De opvolger werd de Renault 4 Fourgonnette die een uitermate lange en succesvolle carrière kende. Midden jaren zeventig kreeg de besteller gezelschap van een verlengde variant, de Renault 4 F6. Belangrijke kenmerken waren vooral een groter laadvolume en toegenomen laadvermogen. In plaats van de vertrouwde Billancourt-motor kreeg deze grotere bestelwagen de 1,1 liter Cléon onder meer bekend uit de Renault 6. Van 1976 tot en met eind augustus 1985 werden er van de 4 F6 368.096 exemplaren gebouwd.
Maar geen enkele auto heeft het eeuwige leven. Daarom startte Renault eind 1985 de productie van een volledig nieuw model waarvan wederom een bestel- en combiversie verschenen, de Express. Als basis diende de in 1984 gelanceerde Renault Supervijf waarvan het front en de cabine met enkele aanpassingen werden overgenomen. Maar vanwege specifieke elementen en de verhoogde opbouw aan de achterkant liet de Express een volledig eigen profiel zien. Zoals het vaak gaat bij nieuwe modellen namen de maten van de Express ten opzichte van de Renault 4 F6 toe. Dat gold zowel voor de lengte, breedte als hoogte en niet te vergeten de wielbasis. Dat was natuurlijk goed nieuws voor de ruimte in de cabine en vooral het laadvolume dat toenam tot 2,6 kubieke meter.
De wielophanging werd overgenomen van de Renault 5 en datzelfde gold voor de motoren. Zo was de vertrouwde 1,1 liter weer van de partij, goed voor 47 pk en voortaan dwars voorin geplaatst. In een aantal landen werd er ook nog een Express aangeboden met de 956 cc Cléon-krachtbron goed voor een zeer bescheiden 37 pk. Als krachtigste benzinemotor reserveerde Renault onder de motorkap een plekje voor de 1,4 liter. Ook een Cléon-motor met een grotere slag ten opzichte van de 1,1 liter. Het resultaat, een vermogen van 60 pk en een koppel dat toenam van 79 naar 100 Nm. Afhankelijk van het modeljaar vielen er overigens lichte verschillen in koppel te noteren.
Nieuw in het programma compacte bestelwagens van Renault was de 1,6 liter dieselmotor. Een nieuwe krachtbron afgeleid van de 1,7 liter benzine die in de Express een vermogen leverde van 55 pk en een koppel van 100 Nm. Geleverd met vierbak en optioneel een vijfbak werd dit in de carrière van het model de meest verkochte variant, al evolueerde de diesel later naar 1,9 liter inhoud.
Bij de Renault 5 liep de motorkap aan de voorkant diep door tot de lager geplaatste grille. Bij de Express liep deze begrenzing helemaal horizontaal. De omlijsting van de verlichting in zwart liep keurig in de grille over en bij die kleur sluiten ook de kunststof bumpers aan. Zwart was tevens de kleur van de achterbumper, de portiergrepen, de eventueel aanwezig stootlijsten op de flanken alsmede de buitenspiegels, ruitenwissers en de afwerking van de lasnaden die over het dak lopen. Een bijzondere eigenschap van de Renault 4 bestelwagens bleef optioneel voor de Express behouden: de mogelijkheid om een zogenaamde girafon te bestellen, een extra klep in zwart kunststof direct achter de dubbele achterdeuren in het dak. Door deze te openen konden extra lange voorwerpen worden meegenomen.
De laadruimte was mooi hoekig van vorm met als enig storend elementen de twee wielkasten die gelukkig bescheiden van volume waren. De achterdeuren hadden een gelijke breedte en waren afhankelijk van de wens van de klant volledig van metaal of voorzien van achterruiten voor een beter zicht.
Ten opzichte van de meeste varianten van de Renault 5 werd de cabine van de Express behoorlijk eenvoudig ingericht. Te beginnen met de deels met een harde kunststof beklede portieren met aan de bestuurderskant een handig opbergvak. Elementen die overeenkwamen met de basisversies van de 5. Ook het dashboard kende verschillende aflegmogelijkheden en in het midden onderaan een inbouwruimte voor de radio. Aan weerszijde van het dashboard reserveerde Renault ook plaats voor luidsprekers. Wie af-fabriek bedrading en antenne wilde hebben, die koos voor het zogenaamde Comfort-pakket dat ook bestond uit een afsluitbaar dashboardkastje, handige opbergruimte onder het dak, een verlichte sigarettenaansteker, klokje en achterruitverwarming op de bestelversies. Dit laatste element was namelijk al standaard op de combi’s.
Tijdens Simply French op het terrein van het National Motor Museum in Beaulieu komen we Duncan Scott tegen uit Worthing in West Sussex met een glanzend blauwe Renault Extra, de naam die in Engeland op iedere Express werd geplakt. Duncan: “Ik kocht deze auto samen met mijn broer Alistair in september 2020. De auto had toen 83.000 mijl (133.000 km) op de teller en had maar één eigenaar gehad, Safewear, een specialist in werkkleding. Die naam stond nog op de zijkanten.”
Als eerste haalden Duncan en Alistair de deuken eruit en werden vooral de delen gespoten waarop de reclame was aangebracht. De auto had een tijd niet meer gereden, de laatste keuring van was 2006. En ondanks dat de eigenaar een Kangoo had gekocht, bleef de vertrouwde Extra zo’n 14 jaar in het bedrijf binnen staan. Voor de techniek werd de hulp van Paul Cunningham ingeroepen, een Engelse specialist op Renault-gebied.
Duncan: “We hebben bewust naar een Renault Extra gezocht. Ik had een Renault 4 F6 die ik juist verkocht om deze auto te kopen. Ik wilde al een hele tijd een Renault bestelwagen uit de jaren negentig. In mijn familie is er een lange historie met Franse auto’s, vooral van Peugeot en Renault. Toen ik jong was reed ik onder meer een 9 en 11.”
Duncan vertelt dat de Express met name wordt gebruikt tijdens evenementen, maar dat hij er af en toe voor zijn werk ook gebruik van maakt. “Aanvankelijk wilde ik er zakelijk meer mee doen en er mijn belettering op zetten, maar nu ie zo mooi is, heb ik besloten dat niet te gaan doen. Ik ga ‘m in deze vorm houden en koesteren.”
“We zijn de tweede rijdende eigenaren, daarom ziet het interieur er ook zo ongeschonden uit.”
De ingrepen die de Extra nodig had bleven zeer beperkt. “Het koelsysteem kreeg aandacht inclusief een nieuwe radiator. Ook de remmen zijn volledig onder handen genomen en er volgde een grote beurt. Verder was alles in orde. De schade was relatief makkelijk te repareren, de deuken kreeg ik er eenvoudig uit.”
De Extra van de gebroeders Scott heeft de krachtigste benzinemotor, een 1,4 liter goed voor 60 pk. Daarom kunnen er prima lange afstanden mee worden overbrugd. Aan de buitenkant wordt de auto opgevrolijkt met de wieldoppen die ook bekend zijn van de Supervijf en de 9 en 11 Broadway. Ze zijn overigens ook op de completer aangeklede varianten van de Express geleverd. Niet onmogelijk dat deze wieldoppen er al vanaf nieuw op zitten.
Het dashboard van de Express had een aantal specifieke elementen, maar kwam in grote lijnen overeen met dat van de kale basisversie van de Supervijf en vanaf de facelift met dat van de Campus en later de Five. Het geeft beide modellen een no-nonsense uitstraling.
Voor modeljaar 1992 onderging de Express een facelift die onder meer het front van de auto betrof. De nieuwe grille zorgde optisch voor schuin aflopende koplampen, terwijl de richtingaanwijzers naar de bumper verhuisden. Daarmee was de Express klaar voor het tweede deel van zijn leven dat afliep in 1997 toen de Kangoo werd gelanceerd.
En détail...
Renault Express/Extra/Rapid 1.4 (F40205)
Motor:
Type C1JP768, 4 cilinder benzine, 8 kleppen, Solex 32 BIS of Zenith 32 IF2 carburateur, boring x slag 76 x 77 mm, cilinderinhoud 1.397 cc. Vermogen 60 (DIN) pk bij 5.250 tr/min, koppel 102 Nm (DIN) bij 2.500 tr/min, compressieverhouding 9,25:1. Elektrisch systeem 12 Volt.
Versnellingsbak:
Type JB1. Handgeschakeld met 5 gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit, overbrengingsverhoudingen 1e - 3,727, 2e - 2,048, 3e - 1,321, 4e - 0,967, 5e - 0,795, achteruit - 3,545, eindoverbrenging 3,867. Onafhankelijke McPherson voorwielophanging met schroefveren, hydraulische schokdempers en stabilisatorstang (22 mm). Achter semi-onafhankelijk met vier dwarsgeplaatste torsiestaven en schuin geplaatste schokdempers, stabilisatorstang (23,4 mm). Schijfremmen voor, trommels achter. Banden 155R13S.
Afmetingen/gewichten:
Lengte 3,982 meter, breedte 1,588 meter, hoogte 1,773 meter, wielbasis 2,580 meter. Spoorbreedte voor 1,326 meter, achter 1,288meter, bodemvrijheid 0,120 meter. Draaicirkel 10,40 meter (tussen trottoirs). Gewicht: 810 kg. Tankinhoud 43 liter. Topsnelheid 141 km/h.