Renault 14L

Flower power

Title scrollto section 1
Optional subtitle

Het is midden jaren zeventig en nieuwe modellen worden nog net aangeprezen in felle kleuren zoals geel en oranje. De flower power loopt ten einde als de Renault 14 in 1976 het levenslicht ziet. De eerste 'moderne' vijfdeurs hatchback van Renault met een al lang vergeten instapversie, de 14L.

Op een aantal terreinen brengt de 14 Renault in een nieuw tijdperk. Het is een van de eerste middenklasse hatchbackmodellen in Europa die in dit geval een plaats krijgt tussen de populaire Renault 5 en de grotere 16. Door de motor dwars voorin te plaatsen kan ondanks een bescheiden lengte van net iets meer dan vier meter de binnenruimte worden geboden van de R16.

Zwaartepunt

Renault heeft nog niet eerder een auto met een dwars voorin geplaatste krachtbron gebouwd en koopt de volledige techniek in bij Peugeot, waarmee tijdens de ontwikkeling een vergaande samenwerking bestond. Peugeot heeft namelijk al midden jaren zestig met de 204 haar eerste voorwielaandrijver met dwarsgeplaatste motor gelanceerd en borduurt op dit principe voort met haar nieuwe modellen, zoals bijvoorbeeld de vijfdeurs 104. De motor staat bovendien onder een hoek van 72 graden achterover waarmee het zwaartepunt wordt verlaagd. De productie vindt plaats bij de gezamenlijke Renault-Peugeot motorenfabriek La Française de Mécanique in het Noord-Franse Douvrin. Het is een motor met een lichtmetalen cilinderkop en vijf maal gelagerde krukas. De versnellingsbak vormt één geheel met de krachtbron en maakt voor haar smering gebruik van de motorolie. Deze compacte bouwwijze vormt een voordeel bij het dwars voorin plaatsen van de aandrijving.

De voorwielophanging is ook afkomstig van Peugeot en bestaat uit McPherson veerpoten met schroefveren en daarin opgenomen schokdempers. De 22 mm dikke stabilisatorstang gaat overhellen in bochten tegen. De achterwielophanging is vergelijkbaar met die van de Renault 5. De twee torsiestaven zijn achter elkaar geplaatst, maar het verschil wordt deels gecompenseerd door draagarmen van ongelijke lengte, waardoor het onderscheid in wielbasis links en rechts beperkt blijft tot 32 mm.

Title scrollto section 2
Optional subtitle

Overhellen

De Renault 14 biedt een uitermate comfortabel weggedrag. Wegoneffenheden worden gemakkelijk glad gestreken. Opmerkelijk is hoe keurig afrolgeluiden worden gedempt, zodat de Renault 14 tussen soortgenoten als bijzonder geruisloos bekend staat. Datzelfde geldt voor de motor. Deze maakt een typisch hoog frequent geluid, maar zeker op de snelweg is een 14 aanzienlijk stiller dan bijvoorbeeld een Renault 12. Destijds claimde Renault bescheiden overhellen in bochten, maar dat doet de 14 in vergelijking met moderne auto’s nog aanzienlijk.

De vormgeving van de vijfdeurs was en is regelmatig voer voor discussies en toch kreeg Renault in 1976 de Grand Prix d’esthétique industrielle van het Franse Instituur voor Industriële Vormgeving. Modern is de auto bij lancering beslist, maar het is vooral de belijning in de achterportieren en de achterspatborden die niet bij iedereen aanslaat. Aerodynamica en functionaliteit hebben in het ontwerpproces volop de aandacht gekregen. Uiteraard is de achterbank neerklapbaar.

De voorportieren zijn voorzien van armsteunen, maar achter zijn alleen lussen te vinden, bedoeld om de portieren dicht te trekken.
John Doe

Douai

De productie van de Renault 14 start in januari 1976 in de fabriek van Douai in Noord-Frankrijk. De lancering op de Franse markt volgt in de maand juni, terwijl Nederland pas in januari 1977 aan de beurt is. De fabriek in Douai is bij de productiestart van de Renault 14 ruim een jaar in gebruik. In december 1974 loopt daar als eerste de Renault 5 van de band.

Het programma bestaat bij lancering meteen uit twee varianten, de L en de TL. De basisversie is direct aan een aantal uiterlijke specificaties te herkennen. Zo staat de auto op stalen wielen met alleen een zwart dopje met Renault-logo in het midden. De raamstijlen van de portieren zijn in de carrosseriekleur gespoten, alleen het extra stijltje in de achterportieren is antracietkleurig. Het vooraanzicht is ook iets eenvoudiger dan bij de TL door het ontbreken van de aluminium sierlijst rond de koplampen en grille. Aan de achterkant zit het verschil louter in het typeplaatje.

Title scrollto section 3
Optional subtitle
"De motor maakt het bekende, zingende geluid. Wie ooit in zijn leven met de pook aan de stuurkolom heeft geschakeld, verleert dit nooit."

Dashboardlichaam

Motorisch en wat betreft wielophanging zijn de L en TL identiek. Beide auto’s hebben schijfremmen voor en trommels achter, alleen mist de basisversie een rembekrachtiger. De bestuurder zal dus zelf de maximale remkracht in noodgevallen moeten opwekken.

Groter zijn de verschillen in het interieur. Dat begint al meteen bij het meubilair. Zowel de L als TL hebben een dunne, laken bekledingsstof met een bruin/oranje of grijze print die voor beide types specifiek is. Bovendien heeft de 14L vaste rugleuningen op de voorstoelen. De portierpanelen worden tot net onder het ruitniveau bekleed, zodat aan de binnenkant de carrosseriekleur duidelijk een rol speelt. Ook de B-stijl laat ter hoogte van de ruiten de lakkleur zien. De voorportieren zijn voorzien van armsteunen, maar achter zijn alleen lussen te vinden, bedoeld om de portieren dicht te trekken. Wel is er achterin gedacht aan een asbakje. Het ontbreekt de kale 14L eveneens aan vloerbedekking. Er is gekozen voor een makkelijk schoon te houden kunststof, zowel voor- als achterin. Verder ontbreek het opbergvakje direct achter de pook, heeft de 14L een open dashboardkastje en ontbreekt de portierbak links. Genoeg argumenten voor de klant om qua uitrusting voor een TL-versie te kiezen. Het dashboard en het stuur zijn voor de 14 L en TL gelijk. Het dashboardlichaam is bekleed met een zachte kunststof. Het instrumentarium bestaat rechts uit een snelheidsmeter met kilometerteller (geen dagteller bij de L) en links een rond instrument met overige informatie. In het midden bevinden zich twee rijen van vijf controlelampjes die niet allemaal in gebruik zijn. De allereerste exemplaren van de Renault 14 hebben links de schakelaar voor de achterruitverwarming en de alarmlichten. Al snel komen daar twee extra schakelaar bij, die echter niet in gebruik zijn, maar later bij duurdere varianten een invulling krijgen (mistachterlicht bijvoorbeeld).

Gestreepte stof

Het modeljaar 1976 is bij de Renault 14 van zeer korte duur en vloeit al snel over in 1977 zonder ingrijpende wijzigingen. Een jaar later ondergaat vooral het interieur een aantal wijzigingen, zo krijgt de basisversie voortaan een portierbak aan de bestuurderskant en lanceert Renault een nieuwe, gestreepte bekledingsstof in meerdere kleurencombinaties. Afhankelijk van de markt wordt in modeljaar 1978 nog gesproken over de Renault 14L, terwijl de instapversie in andere landen Renault 14 zonder toevoeging wordt genoemd. Later in 1979 verdwijnt de 14L definitief van het toneel om plaats te maken voor de 14TL! Er wordt een mix neergezet van de uitrustingsniveaus L en TL, terwijl de bestaande TL wordt opgewaardeerd naar de GTL. De nieuwe basisversie beschikt over vloerbedekking, rembekrachtiging, opbergvak bij de pook en verstelbare rugleuningen op de voorstoelen. Maar de auto behoudt de onvolledige portierbekleding en de lussen om de achterportieren aan dicht te trekken.

Begintijd

Waar er van oudsher al de nadruk op de duurdere versies wordt gelegd bij de lancering van een nieuw model, is het best opmerkelijk te noemen dat bij de eerste fotoreportages van de Renault 14 behoorlijk wat beelden zijn geschoten van de kale L zoals op deze pagina's te zien is. Oranje, geel, felgroen, het is slechts de begintijd van de vijfdeurs die zijn carrière in 1983 eindigt veelal in chique metaalkleuren.