Niet alledaags

Varianten en uitvoeringen van Renault-modellen die niet alledaags waren en intussen aardig zeldzaam zijn, hebben vaak de voorkeur bij verzamelaars. Een goed voorbeeld daarvan is een Renault 18 GTL Break 4x4. Dit exemplaar verbleef een groot deel van zijn leven in Zweden. Maar na spitten en graven blijkt deze auto een echte globetrotter.

Op de autotentoonstelling van Genève in 1983 lanceerde Renault een bijzondere uitbreiding van het leveringsprogramma van de Renault 18. De Break werd leverbaar met inschakelbare vierwielaandrijving. Het was Sinpar dat in 1979 al een prototype presenteerde van een vierwielaangedreven Renault 18 Break.

Maar deze werd door het gespecialiseerde bedrijf niet zelfstandig op de markt gebracht, zoals dat met de R4, R6 en R12 wel gebeurde. Sinpar was inmiddels toegetreden tot de Renault-familie. Renault plande om de door Sinpar ontwikkelde auto gewoon in de fabriek van Sandouville op de lijn te gaan bouwen. En zo geschiedde. Alleen duurde het wel de nodige jaren gerekend vanaf het gereed komende van het prototype.

De Renault was voorbestemd voor een beperkt aantal markten. Stuk voor stuk landen waar vraag bestond naar vierwielaangedreven voertuigen. De primeur ging naar Zwitserland en Oostenrijk. Daar sloten Frankrijk en Duitsland bij aan.

Paris-Dakar

De constructie bleek relatief eenvoudig. Net als bij de Renault 20 Turbo die twee keer aan Paris-Dakar deelnam, installeerde Renault een aangedreven achteras afkomstig van de achterwielaangedreven Trafic. Een uitermate betrouwbare unit die solide van bouw was. In tegenstelling tot de Paris-Dakar auto van de gebroeders Marreau, werd die as bij de R18 aan schroefveren opgehangen, terwijl de Trafic en R20 4x4 over bladveren beschikten. Het doel was duidelijk, de 18 Break 4x4 moest een rijcomfort bieden dat vergelijkbaar was aan de gewone R18 Break.

Hendel tussen de voorstoelen

De bestaande handgeschakelde vijfversnellingsbak werd gemodificeerd. Er werd een handbediende koppeling op geplaatst met een aansluiting voor de aandrijfas naar achteren. Eigenlijk geheel naar het voorbeeld van de bestaande en door Sinpar omgebouwde modellen. Om de achteras bij te schakelen volstaat het om de auto te laten rollen en dan de hendel tussen de voorstoelen omhoog te trekken. Na het weer loslaten van de koppeling licht het controlelampje 4x4 aan de onderkant van de middenconsole op, ten teken dat alle vier de wielen worden aangedreven.

Specifieke elementen

Het enige andere specifieke elementen in het interieur betreft de zitting van de achterbank. Omdat er geen sprake is van een vlakke wagenvloer maar van een cardantunnel, zou de bestaande, rechte achterbankzitting niet voorover geklapt kunnen worden. Daarom is in het midden een uitsparing aangebracht, zodat deze keurig over de tunnel heen valt.

Lees meer: Niet alledaags
Hier komt een introtekst

Grofkorrelig

Andere wijzigingen betreffen vooral de buitenkant. De auto staat drie centimeter hoger boven de weg voor een grotere bodemvrijheid. Dit mede omdat het achterdifferentieel juist die hoogte beperkt. Om de auto een wat stoerdere uitstraling te verschaffen zijn de onderkant van portieren, spatborden en de onderrand van de achterklep donkergrijs gespoten op een ondergrond van een grofkorrelige coating. Op het scheidsvlak tussen dit grijs en de normale lakkleur is een rode sierbies aangebracht. In dezelfde kleur staat op beide voorspatborden de vermelding 4x4. Tot slot draagt de achterklep een 4x4 plaatje. De keuze aan lakkleuren was beperkt tot wit (355), donkerrood (721), zilvergrijs (620) en groenmetallic (979).

Het leveringsprogramma beperkt zich aanvankelijk tot twee versies, de GTL met een 73,5 pk 1,6 liter en de GTD met de 2,1 liter diesel goed voor 66,5 pk. Tegelijk met de facelift naar Type 2 komt daar nog een 103 pk sterke 2 liter bij in de TX-uitvoering. Qua uitrusting komen deze auto’s overeen met de GTL/GTD met als direct zichtbaar verschil het lederen stuurwiel bekend uit de 18 Turbo en GTX. Als opties zijn metaallak, kunstleer, stuurbekrachtiging en een pakket met elektrische ruitbediening, centrale vergrendeling en getint glas verkrijgbaar.

APK-sticker

Allemaal zaken die dit exemplaar bij aflevering moet missen. De auto is zeer waarschijnlijk ingezet als dealerdemo omdat in het donkergrijs op de deur bij een lage zon nog de tekst 4x4 Renault 18 leesbaar was. De stickers die bij dealerdemo’s werden toegepast. De APK-sticker op de voorruit bewijst dat de auto in 1989 in de omgeving van Salzburg reed. Dat zegt overigens niets over de regio waar deze oorspronkelijk is geleverd, omdat in Oostenrijk een nieuw kenteken wordt afgegeven zodra de eigenaar naar een andere stad of regio verhuist.

Nooit officieel geleverd

Eind jaren tachtig zou volgens de overlevering door een naar Zweden verhuizende Oostenrijker (Herbert) een poging gedaan zijn om de R18 mee naar zijn nieuwe land te nemen. Maar het model, dat in Zweden nooit officieel is geleverd, kreeg geen kenteken. De auto ging terug naar Oostenrijk en werd op naam gezet van Herbert's vader. Toen deze man overleed werd een tweede poging gedaan en met succes. De auto bracht vervolgens 27 jaar in Zweden door.

Dagelijks vervoermiddel

Herbert kreeg contact met de eigenaar van de enige andere 18 4x4 in Zweden, Sven-Erik Hjalmarsson die zijn rode auto had samengesteld uit twee andere R18’s. Het was zijn dagelijkse vervoermiddel. Toen Herbert zijn auto wilde verkopen ontfermde Sven-Erik zich over de witte, volledig originele auto die op dat moment 14 jaar oud was. De koop werd gesloten en de R18 werd de auto min of meer als reserve weggezet. En die situatie bleef tien jaar hetzelfde. Door plaatsgebrek besloot het echtpaar afstand te doen van aanvankelijk alleen de witte, maar uiteindelijk beide zo bijzondere auto’s. Een enthousiaste doehetzelver Göran Ekblom ontfermde zich over het tweetal. In 2009 werd de witte aangepakt. De motor ging eruit en er werd met name door de 18-jarige zoon Linus naarstig getracht om meer vermogen aan de 4x4 te geven. Op het forum van de Zweedse Renault club zijn de discussies daarover nog steeds te vinden.

Lees meer: Grofkorrelig
Hier komt een introtekst

Technische school

Tal van opties passeerden de revue, zelfs het toevoegen van een injectiesysteem. Bovendien valt op te maken dat de operatie niet te veel geld mocht kosten, het was immers een oude auto. Uiteindelijk vonden vader en zoon een onderblok van een Renault 20 TL, in feite dezelfde 1.647 cc die oorspronkelijk in de GTL lag. Het blok kwam van een technische school en had nog nooit in een auto gelegen. Er werd een cross-flow kop uit een 16 TX of R17 bij gezocht en zo bouwden vader en zoon de motor op. Feitelijk bleef het daarbij.

Eind 2013 bood Göran zijn auto te koop aan, ook weer op het forum. Daarna volgden in korte tijd drie andere eigenaren die met naam en toenaam bekend zijn. De rode en witte auto bleven trouw bij elkaar, maar van enige vordering was geen sprake. Dan wordt het 2015 en komen beide R18’s terecht bij Bilveteran, een restauratiefirma in Malmö, een stuk zuidelijker dan dat de auto zijn Zweedse beginjaren doorbracht. De witte auto kwam in de werkplaats te staan, maar ook daar gebeurde er niets. Eind 2016 plaatste deze firma een advertentie voor de verkoop van het tweetal op de Zweedse Marktplaats. Er vindt een verhuizing plaats naar Nederland, maar net voor het transport wordt de firma gedwongen de rode auto, met een schat aan zeer bruikbare onderdelen, naar de sloop te brengen. De buren hebben geklaagd over een sloopauto buiten op het terrein en daarvoor wordt zelfs een bekeuring uitgedeeld.

Grijze randen

Juni 2019 rijdt de Renault 18 GTL Break 4x4 weer. Na een volledige remmenrevisie, het vernieuwen van de uitlaat (deels eigenbouw, want is niet meer verkrijgbaar) en het aanschaffen en monteren van de nodige onderdelen rondom de motor, zit er weer leven in. Ook optisch ondergaat de auto de nodige verbeteringen. Denk aan nieuwe bumpers, wielen gespoten, nieuwe banden, schoonmaken en weer wit spuiten van de wielkasten, de grijze randen opnieuw spuiten, nieuwe verlichting rondom, nieuwe buitenspiegel aan bestuurderskant, chromen strip op de dakranden en originele raamstickers uit 1984. Het interieur wordt grondig gereinigd. Een stoffeerder zet de originele bekleding opnieuw op de stoelen, waardoor de meubilair er weer strak uit ziet. Een mattenset op maat gemaakt, de bovenkant van de verkleurde deurpanelen gespoten en het 5 GT Turbo-stuur gewisseld voor het oorspronkelijke stuurwiel. En dan vergeten we voor het gemak nog vele kleine details.

Voortreffelijk

Dat de motor uit het onderwijs afkomstig is, wordt pijnlijk duidelijk als de eerste poging tot starten wordt ondernomen. Een merkwaardige ratel is bij de eerste slagen hoorbaar. Na nog een paar pogingen zit de motor vast. Onder het kleppendeksel is niets vreemds te zien, ook niet bij controle van de verbrandingsruimtes met een camera. Het euvel komt aan het licht als de carterpan wordt verwijderd. Hierin liggen twee losse lagerschalen, een lagerkap en twee moeren. Alle moeren zitten los. Gelukkig blijkt alleen de schroefdraad van een van de tapeinden zeer licht beschadigd. Acht nieuwe lagerschalen worden voor de zekerheid gemonteerd en de moeren op moment vastgezet. Startmotor en dynamo gereviseerd, nieuwe carburateur erop en een 1,2,3 ontsteking gemonteerd. Het resultaat, de motor loopt voortreffelijk. Daarna volgt een periode waarin diverse kleine mankementen naar boven komen, logisch na ruim tien jaar stilstand. Maar inmiddels bewijst de 18 GTL Break 4x4 zich als een prettige reisgenoot die qua carrosserie nog in originele staat verkeerd en verbluffend weinig roest vertoond. Goed te merken dat er in Zweden doorgaans weinig gepekeld wordt en de auto vanaf 2008 vooral binnen heeft gestaan. Een zeldzame Renault 18 is hiermee van de ondergang gered.

Lees meer: Technische school
Hier komt een introtekst

Renault 18 GTL Break 4x4

Globetrotter