De huidige Dacia Sandero is in Europa sinds 2017 het best verkochte model aan particulieren. Belangrijk dat Dacia de focus op dit model houdt. Dat gebeurt met de lancering van de splinternieuwe, derde generatie.
Ook van deze derde generatie verschijnen een Sandero, Sandero Stepway en een Logan sedan. Het drietal is volledig nieuw aan binnen- en buitenkant. Dacia biedt met de nieuwe modelserie een beter product voor een goede prijs, daar is het merk immers groot mee geworden.
Dacia werd ruim vijftien jaar geleden weer opnieuw op de kaart gezet met de lancering van de eerste Logan. Vooral onder particuliere kopers is het merk uitgegroeid tot een bestseller met hoge populariteit.
SCHOUDERLIJN
Dacia behoudt zijn betaalbaarheid en compacte afmetingen, maar giet die nu in een compleet nieuw ontwerp. Uiteraard ogen de nieuwe Sandero en Logan moderner en worden beter uitgerust.
De auto's zijn wat lager en breder en vooral dat laatste wordt door de uitgesproken schouderlijn en de toegenomen spoorbreedte extra benadrukt. De lijnen van de carrosserie verlopen vloeiender, maar de bodemvrijheid blijft gelijk. De antenne is verhuisd naar een plek achterop het dak. De ontwerpers geven de Sandero Stepway een meer eigen uitstraling mee. De auto staat zoals gebruikelijk hoger op de wielen, maar is voortaan ook herkenbaar aan de bollere motorkap, de chromen Stepway-vermelding onder de grille en de hoger doorgetrokken omlijsting van de mistlampen.
De nieuwe Logan volgt de lijn van de Sandero, maar de compacte sedan heeft een specifieke achterzijde. De auto is in vergelijking met de huidige versie iets langer geworden.
STRUCTUREEL
Dacia stapt met de nieuwe Sandero en Logan voor het eerst af van het vertrouwde B-platform. Het nieuwe duo maakt gebruik van het platform van de nieuwe Clio V en ook structureel zijn er de nodige overeenkomsten met deze Renault.
Dacia introduceert een nieuwe lichtsignatuur met een Y-vorm in de koplampen waarvan de lijn over de grille wordt doorgetrokken. In dit prille stadium is nog niet bekend of deze modellen ook onder de naam Renault in andere delen van de wereld verkocht gaan worden. Dacia en Renault beloofden enige tijd terug dat er een duidelijke ontwerpsplitsing zou plaatsvinden tussen beide merken. Dacia brengt de 1 liter 3 cilinder met en zonder turbo weer in stelling, die ook al in de huidige Sandero beschikbaar is.
Het prachtige boekwerk 'Concept-cars et prototypes d'étude Renault' telt maar liefst 356 pagina's. Het boek geeft een flinke inkijk in de projecten waar ontwerpers zich de afgelopen 60 jaar bezig hielden.
Auteur Christophe Bonnaud dook diep in de historie en het heden van Renault Design. De periode van 1960 tot en met nu wordt behandeld. De hoofdstukken zijn ingevuld aan de hand van de verschillende designchefs. Daarna volgt iedere keer een overzicht van de auto's die in de betreffende periode tot stand kwamen.
Het eerste hoofdstuk behandelt de jaren van Gaston Juchet en Robert Opron met daaraan gekoppeld de studiemodellen uit de jaren zeventig en tachtig. Vervolgens komt Patrick Le Quément aan de beurt met de modellen van 1988 tot en met 2009. Het derde tijdperk betreft Laurens van den Acker met zijn conceptcars van 2010 tot en met 2020.
Uit de memoires van Gaston Juchet tekende Bonnaud op: "In tegenstelling tot Simca en zelfs Citroën vertrokken we bij Renault vanaf een uitgebreid plan maar daarin meegenomen de technische randvoorwaarden om met onze tekeningen en maquettes zo dicht mogelijk bij een productiemodel te komen. Juist deze voorwaarden brachten een bepaalde originaliteit met zich mee gevat in een specifieke stijl."
Michel Jardin herinnert zich onder meer de bijzonder sterke lucht van de modelleerklei. Hij denkt met veel plezier terug aan de tijd die gedurfde en atypische modellen heeft opgeleverd die zijn voortgebracht door autodidacten die zo een proeve van bekwaamheid konden afgeven.
Niet iedereen is even positief over het design van Renault in de jaren zeventig. Consultant Mark Held vond het frustrerend dat niet één persoon aan een nieuw model werkte, maar dat het de inspanning was van meerdere mensen die ieder hun eigen onderdeel vormgaven. Dat leverde naar zijn smaak 'grijze' objecten op.
Designchef Robert Opron was ook al niet erg positief over Renault bij zijn vertrek: "Er is niet echt meer een stylingafdeling omdat de president, de directeur en de verantwoordelijken voor het ontwerp allemaal ingenieurs zijn. De hele industrie wordt gemanipuleerd door ingenieurs. In Japan hebben ze het beter begrepen. De Japanse merken zetten geavanceerde ontwerpstudio's op in Californië."
Patrick le Quément, die het langst zijn stempel op de ontwerpen van Renault drukte, is aanzienlijk positiever gestemd: "In de Nepta concept hebben we deels een droom verwerkt. Natuurlijk wordt er in de ontwerpfase van een auto altijd gesproken over kosten, kwaliteit en veiligheid. Maar op een bepaald moment heb je zin om je bezig te houden met tederheid."
Le Quément heeft zowel met Louis Schweitzer als met Carlos Ghosn gewerkt. "Met de eerste had ik een direct en open contact, intellectueel. Bij Ghosn daarentegen stonden we recht tegenover de wil om zijn kracht uit te drukken vanuit zijn grenzeloze trots."
Architect sir Dennis Lasdun doet een mooie uitspraak over design in het boek: "Onze taak als ontwerpers is het om binnen de kaders qua tijd en kosten de klant niet te geven wat hij of zij wil, maar iets wat de klant nooit gedacht had om te willen hebben. Als de klant dat dan krijgt, dan erkent deze dat het precies is wat hij of zij altijd al wilde."
Axel Breun van Renault Design: "Toen Louis Schweitzer in 2001 het project Z11 (zie foto bovenaan pagina 38) voor de wedergeboorte van de Alpine Berlinette stop zette, was dat erg moeilijk, vooral voor ontwerper Nicolas Dortindeguey. Ik zou zeker zo teleurgesteld geweest zijn als mijn inzending zou zijn gekozen en de stekker vervolgens uit het project getrokken werd."
Laurens van den Acker tot besluit: "Ik moet eerlijk bekennen dat toen ik bij Renault kwam ik probeerde een evenwicht te vinden tussen 'stijl' en 'concept'. Ik wilde meer gewicht geven aan de stijl, zeker in Frankrijk waar verleiding koning is. Het is onze plicht om het leven mooier te maken met een aantrekkingskracht die voortkomt uit stijl."
Hij sluit af met: "Heden ten dage trekt de technologie de hele industrie met grote snelheid voort. Er vinden ingrijpende veranderingen plaats die alles door elkaar schudden. Over vijf tot tien jaar zullen we zien wie de winnaars en verliezers zijn. Bij Renault hebben we de ervaring, de kracht en de gezondheid om te vechten."
Het boek 'Concept-cars et prototypes d'études Renault' kost 89 euro (zonder
verzendkosten) en is rechtstreeks te bestellen bij de uitgever BJB op de site
https://www.bjbeditions.com.
Veel boeken over Renault snijden alsmaar dezelfde onderwerpen aan en gebruiken bestaande foto's. Af en toe verschijnt er een boek dat de uitzondering op deze regel vormt. Zo ook "Renault Sport Les Extraordinaires 1980-2020".
Maxime Joly heeft dit prachtige drukwerk samengesteld. Vanaf de cover is te zien daar daar maximale aandacht aan geschonken is. De prachtige foto's zijn speciaal voor dit boek gemaakt en zijn van hoge kwaliteit.
Het boek telt 240 pagina's met honderden fraaie beelden. Niet alleen de gedoodverfde sportieve modellen zoals de R5, Clio, Mégane en Sport Spider, maar ook de Safrane Biturbo en de 25 V6 Turbo komen aan bod. De verhouding tussen beeld en tekst is perfect in balans. Al bij al een prachtig blader-, kijk- en leesboek.
Het boek kan rechtstreeks bij de uitgever worden besteld voor 35 euro: