In juni 1982 loopt in het Amerikaanse Kenosha de eerste Renault Alliance uit de fabriek van American Motors. De opmars van het Franse merk in het grote land kan wederom beginnen, allereerst met van Europese modellen afgeleide types, zoals de Renault 9 en in tweede instantie de 11. In totaal bestaat het programma uiteindelijk uit vijf verschillende carrosserieversies. Inmiddels is de Alliance Convertible een verzamelobject, de hatchbackvariant is in Europa zo goed als uniek.
Het is een algemeen verschijnsel dat verzamelaars zich eerder ontfermen over de topmodellen, dan over de meer ingetogen varianten. En als er dan sprake is van een cabriolet zoals in het geval van de Renault Alliance, is het makkelijk te voorspellen dat er van deze versie uiteindelijk meer exemplaren zullen overblijven. Ondanks vaak kleinere productie-aantallen. Dat maakt de Amerikaanse variant van de Renault 11 uitermate bijzonder.
In juni 1982 begint de Renault 9, omgedoopt tot Alliance zijn Amerikaanse carrière. De oude Nash-fabriek in Kenosha in de staat Wisconsin is hiervoor helemaal gemoderniseerd. De auto is volledig naar de Amerikaanse smaak aangepast en wijkt op vele details af van zijn Franse evenknie. De eerste exemplaren zijn van de vierdeurs sedan, die vrijwel direct gezelschap krijgt van de tweedeurs, een modelvariant die in Europa niet wordt gevoerd.
Hetzelfde geldt voor de Convertible die voor modeljaar 1985 aan het programma wordt toegevoegd en dus maar kort wordt gemaakt. Op het moment dat de Alliance in Amerika verschijnt, is er veel vraag naar zuinige, compacte auto’s en dat verklaart de goede start van deze Frans/Amerikaanse samenwerking: 142.000 exemplaren van het modeljaar 1983. In 1984 pieken de verkopen op 208.000 eenheden vooral dankzij de komst van twee nieuwe carrosserievarianten: de drie- en vijfdeurs hatchback.
Renault en American Motors bedenken voor de nieuwe producten namen die zowel in het Frans als in het Amerikaans iets betekenen. De Amerikaanse Renault 11-derivaten krijgen zo de benaming ‘Encore’. Net als de Alliance sedan is de Renault 11 sterk veramerikaanst. Zo zijn er maar weinig exterieurdelen die direct uitwisselbaar zijn met de Franse Renault 11. De auto heeft dezelfde grotere bumpers als de Alliance, grote buitenspiegels, specifieke wieldoppen in verschillende varianten, chromen portiergrepen, achterlichten in rood en wit en een smalle decorstrip van front tot achterzijde.
Ondanks het feit dat de Encore de Renault-badge draagt, staat een AMC sticker op de achterruit en wordt het nieuwe model in de Verenigde Staten en Canada als een AMC-product gezien. Uiteraard wordt het model ook in het Franse deel van Canada verkocht, vandaar de diverse tweetalige (Frans/Engels) stickers die we op verschillende plekken op de auto tegenkomen.
Het dashboard is vergelijkbaar aan de Alliance en wijkt dus wederom op vele details van de Renault 11 af. De grille is afwijkend, vooral de chromen belijning en het logo dat uit het midden is geplaatst. In het begin wordt de Encore uitsluitend geleverd met de bekende 1,4 liter Cléon-motor die kan worden gekoppeld aan een vier- of vijfversnellingsbak of de drietraps automaat. Vanwege de strenge emissie-eisen in Californië beschikt de motor over injectie en komt daarmee tot een vermogen van 64 pk. De prestaties zijn bescheiden, zoals een topsnelheid van 143 km/h en acceleratie van 0 tot 96 km/h (60 mijl) in 14,3 seconden.
Er is meteen sprake van vier verschillende uitrustingsvarianten, de basisversie, de Encore S, LS en sportief bedoelde GS. De klant kan kiezen uit vijf uni-lakken en eveneens vijf metaalkleuren die allemaal op de Amerikaanse smaak zijn afgestemd. Het programma wordt iets later uitgebreid met de 1,7 liter F-serie motor die standaard een vijfbak heeft of als optie de genoemde automaat. Het leveringsprogramma blijft wat betreft uitrustingsvarianten onveranderd en op wat wijzigingen op het gebied van materialen en kleuren na verandert er weinig aan de Encore. De GS heeft altijd de 1.7L krachtbron, terwijl de basisversie hier juist niet mee te leveren is. De S en LS kunnen in beide technische varianten worden geleverd.
Ieder nieuw modeljaar brengt wel wat optische wijzigingen, zoals een andere grille, qua formaat aangepaste koplampen, nieuwe details in het interieur en andere lakkleuren. Bijzonder is de Renault Encore Electronic vergelijkbaar aan de Franse Renault 11 Electronic met een volledig digitaal dashboard (zonder de sprekende boordcomputer) dat als optie op de LS en GS worden aangekondigd. Deze variant staat maar kort op het programma en wordt gelanceerd samen met een update van zowel in- als exterieur. Het dashboard krijgt een complete make-over en wordt veel breder en sluit beter aan bij dat van de Renault 21 die in Amerika als Medallion wordt aangeboden. Aan de buitenkant wordt onder meer de grille aangepast. Die is volledig in zwart uitgevoerd en heeft dubbele, plattere koplampen. Voor de verkoopaantallen maakt het allemaal niet zo erg veel meer uit. Na het topjaar 1984 (208.000 stuks), duikelen de aantallen in 1985 naar 165.000 stuks. De brandstofprijzen zijn gezakt en de Amerikaanse consument is weer bereid grotere en minder zuinige auto’s te kopen. Van modeljaar 1986 worden nog maar 65.000 eenheden van de Alliance en Encore verkocht, in 1987 nog maar 35.000!
Modeljaar 1987 is meteen het laatste en Renault en AMC besluiten de volledige modelserie Alliance te gaan noemen. Dat betekent dus dat de naam Encore verdwijnt. Het exemplaar dat hierbij is afgebeeld, werd vele jaren geleden door een Amerikaan mee naar Europa genomen en is er uiteindelijk nooit meer weggegaan.
Het gaat hier om de basisversie met naafkappen in plaats van volledige wieldoppen. De auto heeft wel de 1,7 liter motor gekoppeld aan de automatische versnellingsbak, een combinatie die pas later mogelijk werd. Duidelijk is hier het brede dashboard te zien dat door zijn aankleding opvallend eenvoudig is.
Zo is er alleen sprake van een snelheidsmeter en nog twee kleinere instrumenten. De blauwe interieurkleur is typisch Amerikaans en dat geldt voor nog vele details, zoals bijvoorbeeld het derde remlicht, de indeling van de achterlichten, de sidemarkers in de bumpers en het chromen Renault typeplaatje achterop maar ook in de grille.
Onder de motorkap zijn veel bekende onderdelen te zien, zoals het herkenbare kleppendeksel van de 1,7 liter motor. Overal en nergens zijn stickers geplaatst met tweetalige waarschuwingen in verband met de strenge productaansprakelijkheid in de Verenigde Staten. Het is jammer dat de productie tijdens modeljaar 1987 wordt gestopt en Renault zich door de gigantisch verliezen gedwongen ziet haar Amerikaanse activiteiten te verkopen aan Chrysler.
Met dank aan Gerard Gutmann uit Parijs de eigenaar van deze driedeurs Renault Alliance.