Oude bestelauto's met bijpassende belettering roepen al snel nostalgische gevoelens op. Zeker als het gaat om een 1952 Juvaquatre uitgerust als servicewagen van het vroegere tractorendealerschap van Renault-garage Trinquesse.
In 1935 al start vader Robert Trinquesse in Rolampont, gelegen in het Franse departement Haute-Marne, zijn Renault-dealerschap. Hij legt zich in eerste instantie toe op de personenauto, zoals de Celta-, Prima- en Vivaquatres. Maar na de oorlog neemt ook de vraag naar landbouwtractoren fors toe. In de landelijke omgeving ziet vader Trinquesse samen met zijn zoon Claude een gat in de markt. Begin 1956 lanceert Renault de nieuwe D-serie, die vanwege de invoering van goedkopere landbouwdiesel op één uitzondering na louter met dieselmotoren wordt aangeboden. Het vormt het begin van een bloeiende handel die tot ongeveer 1980 voortduurt.
Op dat moment leidt Claude samen met zijn broer het bedrijf. Claude zelf voelt er veel voor het tractorendealerschap voort te zetten, terwijl zijn broer zich liever op auto's concentreert. Bij het loslaten van de tractoren speelt als argument dat ook in de Haute-Marne kleine boerenbedrijven op dat moment stoppen. Daarmee vermindert sterk de afzetkans voor landbouwtractoren. Claude Trinquesse: "Vanaf het moment dat we midden jaren vijftig landbouwtractoren van Renault gingen verkopen, leveren we ook dieselolie aan boeren. Die activiteit hebben we later uitgebreid met stookolie. En dat doen we nog steeds."
In de loop van de jaren vijftig, ongeveer gelijktijdig met de start van het tractorendealerschap, ruilde vader Trinquesse een Renault Juvaquatre 300 kg bestelwagentje in nog voorzien van de oude 6CV lateral, de oorspronkelijk 1 liter zijkleppenmotor waarmee het model laat jaren dertig werd gelanceerd. "Op het moment dat de D-serie tractoren op de markt kwamen, heeft mijn vader de Juva knaloranje met bijpassende belettering laten uitvoeren. Op de witte portieren staat het Renault-logo gevat in vierkleurige rand. De kleuren corresponderen met de verschillende types uit de serie: geel (D22), rood (E30), blauw (D30) en groen (D35). Ik kan me herinneren dat we de Juva op ons bedrijf een jaar of vijf tot zes hebben gebruikt."
De derde generatie Trinquesse, de zoon van Claude, raakt enige tijd terug geïnteresseerd in de restauratie van klassiekers. Samen met een vriend knapt hij eerst een Simca Aronde op. Vervolgens probeert hij zijn vader te enthousiasmeren en dat leidt tot de aankoop van een 4CV. Deze wordt in de omgeving gevonden, volledig gedemonteerd en door het tweetal tot in de puntjes gerestaureerd. Claude: "Ik had mijn zoon op het hart gedrukt dat het bij deze ene klassieker zou blijven. Toch wist hij me verleiden. Als hij nou eens precies zo'n Juvaquatre zou vinden als opa heeft gereden. Tja, en dat gebeurde binnen niet al te lange tijd. In een boerenschuur troffen we een exemplaar aan dat daar lange tijd terug op eigen kracht naar binnen was gereden en daarna onaangeroerd bleef. De koop werd overeengekomen met het 'eventueel' te betalen bedrag, want op het blote oog was al te zien dat er veel werk aan was."
De Juvaquatre werd naar Rolampont gehaald om in ongeveer 1.500 uur tijd als nieuw weer naar buiten te rollen. "Het is een project van drie jaar geworden. De carrosserie was behoorlijk aangetast. Zo waren de onderkanten van de portieren volledig weg en hebben we deuren van een Renault 18 Société gebruikt om ze te repareren. De auto werd op beide zijkanten gelegd om het laswerk goed te kunnen doen. Ook het houtwerk vergde de nodige aandacht en moest op diverse plaatsen worden vervangen. Bij de achterdeur moesten de nodige spijkertjes verwijderd worden om wat van het hout was overgebleven bloot te leggen. Om te laten zien hoe slecht de auto was, ligt het stuk plaatwerk van onder de achterdeur altijd als bewijs in de laadruimte. Toen de Juva ongeveer een jaar geleden klaar was, hebben we 'm met trots in de showroom tentoongesteld en niet meer dan 500 tot 600 kilometer mee gereden. Leuk zo'n oudje in de showroom, altijd goed voor enthousiaste reacties. Maar we kunnen die plek in ons bedrijf beter benutten voor de verkoop van auto's."
De motor, zo vertelt Claude, is zo ongeveer het enige onderdeel dat niet uit elkaar is geweest. De 1 liter viercilinder rookt gezellig, maar pruttelt als vanouds, blij dat ie na zoveel jaar slapen weer tot leven is gewekt. De belettering is ter plaatse door een specialist volledig nagemaakt van een oud, vergeeld fotootje dat de familie in het archief heeft van de oorspronkelijke Juvaquatre van vader/opa. Dat alles maakt de Renault tot een prachtig nostalgisch geheel. De combinatie oranje met wit kent een lange historie bij de servicewagens van Renault, niet alleen voor tractoren, maar ook voor personenauto's. Als de Juva op het Franse platteland met op de achtergrond een in een dal gelegen dorp aan komt rijden, lijken oude tijden volledig te herleven. Zeker met een gerestaureerd exemplaar van een D22 uit 1958 er bij. Trinquesse opent de achterdeur en wijst op een apparaat dat tegen de rechter zijwand is geplaatst waarmee de injectoren van de D-serie kunnen worden gecontroleerd. Bij de uitrusting horen ook een oude, lederen gereedschapstas en een prachtig, historisch laadapparaat voor accu's.
Voor wat betreft de collectie van garage Trinquesse is het niet bij twee klassieke Renaults gebleven. Terloops noemt Claude onder meer een Estafette als Renault Sport servicewagen, een 12 Gordini van de zoon, maar ook een 750 kg 4x4, een 4L en natuurlijk een tractor, een 7022 helemaal uit de begintijd van het vroegere tractorendealerschap.
Deze Juvaquatre blijkt van het type AHG2. In november 1945 start Renault de productie van deze bestelwagen op Juvaquatre basis weer op. Het model is vrijwel identiek aan de vooroorlogse AHG1, waarvan de productie in juni 1941 volledig tot stilstand komt. De AHG2 voldoet enorm in een behoefte van kleine bedrijven in Frankrijk en de omringende landen. Het model loopt voor het laatst op 2 oktober 1953 van de band om te worden vervangen door de gelijkvormige R2100. Het belangrijkste nieuws is dat de vooroorlogse motor wordt opgevolgd door het bekende 747 cc motortje uit de Renault 4CV.
In het interieur valt de eenvoud op, onder meer door de kleine stoelen en het vlakke dashboard met in het midden een half cirkelvormige snelheidsmeter. In hetzelfde instrument zitten ook de kilometerteller en dagteller alsmede de laadstroommeter en brandstofmeter. Het reservewiel heeft een plaats direct achter de rugleuning van de bestuurdersstoel.
De achterdeur scharniert naar rechts open, wat niet geheel logisch lijkt omdat het trottoir doorgaans aan de rechterkant van de weg ligt. Aardig om te zien dat op diverse plaatsen in de laad- en motorruimte plaatwerk in een beige basiskleur is gespoten. We moeten niet vergeten dat de kleurstelling van een dergelijke servicewagen niet af-fabriek werd geleverd. Dat betekent dat een dealer een Juvaquatre in een willekeurige standaard lakkleur kocht en deze vervolgens aan de buitenkant oranje met wit spoot. Alleen daaraan is al te zien dat de restauratie met de grootst mogelijke correctheid is uitgevoerd. Opmerkelijk gezien de huidige normen is de minuscule verlichting achter: een centraal remlicht en twee kleine rode puntjes als achterlichten!
En detail...
Renault AHG2 1952
Motor:
Type 488, viercilinder viertakt benzine, boring x slag: 58 x 95 mm, cilinderinhoud 1.003 cc, Solex 26 AIC carburateur, vermogen 23 pk bij 3.500 tr/min, koppel 6,4 mkg, compressieverhouding 1:6,5. Topsnelheid 81 km/h, verbruik 7,5 liter/100 km. Elektrisch systeem: 6 Volt, 90 Ah.
Versnellingsbak:
Handgeschakelde versnellingsbak met drie overbrengingen (type 213), waarvan tweede en derde gesynchroniseerd. Overbrengingsverhoudingen: 1e - 2,92, 2e - 1,58, 3e - 1,00, achteruit - 3,82. Achteras van het Banjo type met een overbrenging van 7 x 36. Onafhankelijke voorwielophanging met dwarsgeplaatste bladveren. Banden: 5,50 x 16.
Remmen:
Trommelremmen rondom, hydraulisch (Lockheed). Mechanisch bediende handrem op de achterwielen.
Afmetingen:
Totale lengte 3,73 meter, breedte 1,40 meter, wielbasis 2,35 meter, hoogte 1,59 meter. Gewicht 865 kg, laadvermogen 300 kg.