Een van de meest indrukwekkende verzamelingen van oorlogstuig staat in het Musée des Blindés in het Franse Saumur. De collectie bevat niet alleen Frans materieel, maar geeft ook een overzicht van internationale technieken op dit gebied. Renault illustreert vooral de ontwikkeling van de moderne tank.
Renault FT.
Het is november als we ons melden bij de kassa van het Musée des Blindés in Saumur. De dame die ons ontvangt zit lekker warm in haar kleine werkruimte. De tocht door het museum vereist op dat moment van het jaar een warme jas.
Een groot aantal tanks en pantservoertuigen staat in diverse hallen gerangschikt naar thema, land of conflict. De Eerste en Tweede Wereldoorlog krijgen volop de aandacht, maar ook meer recente strijdtonelen worden aan de hand van het nodige materieel aan het publiek getoond. De totale collectie omvat 800 voertuigen, waarvan er 200 stuks zich in volledig rijdbare staat bevinden. Daarmee is dit de belangrijkste verzameling legervoertuigen ter wereld.
Renault FT.
De legertank is ruim 80 jaar oud. In de Eerste Wereldoorlog werden diverse pogingen gedaan om tot een gepantserd voertuig te komen dat op het slagveld kon worden ingezet en zijn berijders optimaal zou beschermen. De eerste echte tank, die feitelijk nog steeds model staat voor de huidige mastodonten, was de Renault FT. Deze verscheen in 1917 en luidde mede het einde van het conflict in. Het museum beschikt over meerdere exemplaren die zich onderling onderscheiden door hun koepel en kleurstelling. Daarnaast worden diverse vitrines met miniatuurvarianten gevuld om de grote diversiteit van de compacte Renault te laten zien en tegelijk de rol die deze vinding in de historie speelt te verduidelijken.
Uitermate fraai is ook een originele Renault vrachtwagen uit 1917 die in de getoonde uitvoering een 75 mm canon kon vervoeren. Een aangepaste versie hiervan was juist geschikt om een Renault FT-tank op de laadvloer te verplaatsen. Die tank haalde immers een topsnelheid van maar een paar kilometer per uur. De 18 km/h van deze 60 CV viercilinder benzine vrachtwagen maakt meer indruk.
Renault AGC1.
De collectie van het museum laat vervolgens een aardige vertegenwoordiging zien van de tanks die Renault met name in de tweede helft van de jaren dertig produceerde en die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog door het Franse leger werden ingezet. Zo is er de Renault ACG1 die in 1935 op de markt kwam voorzien van een 4 cilinder benzinemotor die zorgde voor een vermogen van 180 pk en een snelheid van 42 km/h. De productie bleef beperkt tot niet meer dan 100 exemplaren, waarvan slechts 17 voor Frankrijk. De Renault AMR staat voor 'automitrailleuse de reconaissance' en werd in 1933 gelanceerd. Ook hiervan bleef de productie beperkt. Slechts 123 stuks liepen er bij Renault van de band. Door een bescheiden bepantsering aan te brengen is dit cavalerievoertuig behoorlijk licht, snel en wendbaar maar houdt geen stand in een tankgevecht.
Renault AMR 33.
Hierboven het interieur, de uitlaat en een losse motor van de Renault R35 tank.
De opvolger van de FT-tank is de Renault R35. Er werden er tussen 1935 en 1940 1.600 stuks van gebouwd. De opbouw van gegoten staal gaf voldoende bescherming aan de tweekoppige bemanning. Een blik in de tank geeft een beeld van hoe de bemanning hier moest werken. De bestuurder wordt omringd door de techniek en bevindt zich in één ruimte met de motor en aandrijving. De kanonnier staat rechtop direct achter de bestuurdersstoel.
Renault R35.
Renault B1 bis.
De Renault B1 bis is een tank met een uitermate lange aanloop. De opdracht tot ontwikkeling van een krachtig pantserrupsvoertuig werd al in 1921 door het Franse leger gegeven. In 1925 werd een ontwerp gekozen. Het duurde echter tot 1934 voordat de definitieve bestelling werd geplaatst voor een 28 ton zware versie voorzien van een 272 pk leverende Renault 6 cilinder benzinemotor. Deze tank werd door meerdere fabrikanten gebouwd, ook door Renault dus. Daarvan staat een exemplaar in het museum. Het was de krachtigste Franse tank in 1940 en diende tot voorbeeld van Britse en Amerikaanse ontwerpen.
Renault R39.
De Renault R39, die bedoeld was om de R35 op te volgen, bleef in het stadium van prototype. Belangrijke verbeteringen waren de krachtigere motor en de bewapening. Maar het Franse leger koos uiteindelijk voor de Renault R40 die gebruik maakte van de ophanging van de lichte AMX tank.
Renault VAB.
De meer recente historie wordt in het museum kracht bijgezet door een Renault VAB. Dit deels gepantserde wielvoertuig wordt in grote aantallen in de hele wereld tijdens tal van militaire conflicten en vredesmissies ingezet. Verder toont het museum volop tankmotoren, waaronder ook de nodige exemplaren van Renault.
Het Musée des Blindés is het hele jaar door geopend met uitzondering van 25 december en 1 januari. Kijk voor de exact openingstijden op www.museedesblindes.fr.