Lees verder

DE SAMENLEVING

Recht op onbereikbaarheid moet werknemer beschermen

‘SORRY, NU EVEN NIET’

Tekst Pien Heuts Illustratie XF&M Beeld De Beeldredaktie / Jacob van Essen / Marcel Krijgsma

Altijd maar bereikbaar zijn buiten werktijd. Veel werknemers lijken het voor lief te nemen dat ze in hun vrije tijd worden gestoord via WhatsApp, e-mail of de telefoon. De FNV pleit voor een wettelijk recht op onbereikbaarheid. ‘Anders kom je nooit los van je werk.’

Klopt het dat die klant uit Ter Aarde afspraak voor morgen heeft afgebeld?’ ‘De vergadering is verschoven. Kun jij overmorgen ook?’ ‘Wie kan de vroege dienst van Johan overnemen; hij is ziek.’ Zomaar wat vragen die via WhatsApp, e-mail of de telefoon buiten werktijd binnenkomen, terwijl je ’s avonds lekker op de bank zit of op een zaterdagochtend op het voetbalveld staat. Hoewel veel werknemers het vervelend vinden altijd maar bereikbaar te zijn, kunnen de meesten het niet laten om te reageren. Uit loyaliteit, schuldgevoel, groepsdruk of om ervan af te zijn. 

Vrije tijd van werknemers moet ook echt vrije tijd zijn, vindt de FNV. Tijd

om te herstellen en afstand te nemen van het werk is broodnodig voor de fysieke en mentale gezondheid. Daarom zijn werk- en rusttijden en het voorkomen van psychosociale arbeidsbelasting vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en de Arbowet. Na een werkdag moeten werknemers minimaal elf uur onafgebroken rust hebben. Word je elke keer lastiggevallen met vragen of zit je te wachten tot dat gebeurt, dan kan dat chronische stress veroorzaken. Met slaapproblemen en mogelijk een burn-out als gevolg.

’Ook buiten werktijd staan werknemers aan en ervaren ze sociale druk van het werk’

‘Wettelijk kun je je als werknemer beroepen op die wet- en regelgeving’, zegt Naima van Willigenburg, FNV-adviseur Arbeidstijden. ‘Je bent niet verplicht buiten werktijd bereikbaar te zijn. Maar wie geeft niet even antwoord in de groepsapp van collega’s, of neemt aan dat als een leidinggevende belt of mailt een verslag er eerder moet zijn? De meeste werknemers zijn loyaal en willen het goed doen. Ook buiten werktijd staan ze “aan” en ervaren ze sociale druk van het werk.’

Bereikbaarheidscultuur

In een aantal grote sector-cao’s heeft de FNV inmiddels afspraken gemaakt over het recht op onbereikbaarheid buiten werktijd. In de Gehandicaptenzorg, Jeugdzorg, Kinderopvang, bij de Rijksoverheid en in de Verzorging, Verpleging en Thuiszorg kunnen werknemers zich hierop beroepen. Zo’n cao-afspraak maakt het voor werknemers volgens Van Willigenburg makkelijker hun grenzen te bewaken en de heersende ‘bereikbaarheidscultuur’ te doorbreken.

Tekst gaat verder onder het kader

IN CIJFERS

  • 1 op de 5

    werknemers tussen de 15 en 74 jaar in loondienst ervaart burn-outklachten. Bij mannen is dat 17,3%, bij vrouwen 20,8%

    (NEA)

  • 66%

    van de 6700 in 2024 door EenVandaag onderzochte werknemers in loondienst kan het niet laten buiten werktijd op berichten te reageren. De helft van hen (49%) vindt het vervelend berichten van het werk te krijgen.

  • 58%

    van de jongeren tot 35 jaar vindt het vervelend om in hun vrije tijd berichten te krijgen. Onder oudere werknemers is dat 45%. Zij laten mails en telefoontjes vaker onbeantwoord.

    (EenVandaag)

  • 6 op de 10

    werknemers geeft aan WhatsApp-berichten meestal te beantwoorden. Ook bellers krijgen in de helft van de gevallen gehoor.

    (EenVandaag)

  • 47%

    van alle werknemers is buiten werktijd bereikbaar voor de baas. 24% is dat vaak, 23% zelfs altijd.

    (TNO)

Zeker sinds de coronaperiode waarin veel mensen verplicht thuis moesten werken, is de grens tussen werk en privé verder vervaagd. Ook zijn werkgevers en werknemers door zo’n cao-afspraak volgens haar beter op de hoogte van wat wel en niet mag. ‘Het zorgt voor een dialoog en maakt duidelijk dat je buiten werktijd niet door collega’s, teamleiders of planners lastiggevallen mag worden. Rusttijd moet rusttijd zijn.’

Hoogste tijd voor wet

In Australië is vorig jaar het recht op onbereikbaarheid buiten werktijd wettelijk vastgelegd (zie kader Buitenland). Werknemers mogen telefoontjes en e-mails buiten werktijd negeren. Wat Kitty Jong, tot voor kort vicevoorzitter FNV, betreft wordt het in Nederland ook de hoogste tijd voor zo’n wet. Het initiatiefwetsvoorstel dat GroenLinks-PvdA met steun van de FNV in 2020 indiende, ligt al lange tijd stil.

’Sinds de coronaperiode is de grens tussen werk en privé verder vervaagd’

Jong: ‘Werknemers worden, zeker met de huidige krapte op de arbeidsmarkt, overvraagd en moeten echt beschermd worden tegen die hoge werkdruk en het altijd maar bereikbaar zijn. Ze moeten “Sorry, nu even niet” kunnen zeggen. Burn-out is beroepsziekte nummer één. Ook onder jongeren, die net op de arbeidsmarkt komen. En die moeten nog veertig jaar.’ Een wet zou volgens de FNV niet alleen bijdragen aan preventie, maar ook aan vermindering van maatschappelijke kosten door ziekte en uitval. Bovendien schept een wettelijk recht op onbereikbaarheid duidelijkheid. Voor iedereen. En onafhankelijk van je cao, waar je om de zoveel jaar weer over moet onderhandelen. Jong: ‘Want zeker voor werknemers in laagbetaalde beroepen zijn dit soort cao-afspraken vaak een uitruil. Wie wil er loon inleveren op een toch al karig salaris voor een cao-afspraak over onbereikbaarheid?’

BUITENLAND

Behalve Australië nam Frankrijk eerder ook wettelijke maatregelen. Daar zijn sociale partners verplicht jaarlijks afspraken te maken over (on)bereikbaarheid buiten werktijd. In België, Griekenland, Ierland, Kroatië, Portugal, Slowakije, Frankrijk en Spanje is sinds 2020 wetgeving aangenomen, vooral voor mensen die altijd online thuiswerken. Ook wordt gewerkt aan een Europese richtlijn voor het recht op onbereikbaarheid. Grote ondernemingen zoals Volkswagen, BMW, Deloitte en technologiebedrijf Merck hebben specifieke afspraken gemaakt. Volkswagen heeft het versturen van e-mails via werktelefoons tussen kwart over zes ’s avonds en zeven uur ‘s morgens verboden. En BMW rekent één uur thuis werkmails versturen als overwerk.

  • ‘Het is belangrijk los te komen van je werk’

    Froukje Offinga, teamleider Jeugdhulp Friesland

    ‘Vrij is vrij’, zegt Froukje Offinga. ‘Dat benadruk ik bij alle jeugdzorgmedewerkers waaraan ik leidinggeef. Dit is best zwaar en complex werk. En omdat medewerkers een groot hart hebben voor collega’s én cliënten moet je ze vaak afremmen. Het is zo belangrijk dat ze in hun vrije tijd loskomen van hun werk. Dat je medewerkers gezond houdt en ze niet over de kling jaagt.’

    Offinga is blij dat het recht op onbereikbaarheid in de cao is afgesproken. Ze was als FNV-kaderlid betrokken bij de onderhandelingen. ‘Onbereikbaar zijn buiten werktijd is nu echt een recht. Het helpt mensen die voorheen niet durfden te weigeren als ze gebeld of geappt werden om bij te springen.’ We hebben een flexpool en een achterwacht voor als mensen ziek zijn of als er een calamiteit is. Die medewerkers moeten op bepaalde momenten wél bereikbaar zijn. Het is de taak van de werkgever dat goed te regelen.’

    In de ruim dertig jaar dat Offinga in het vak zit, heeft ze de smartphones zien komen. ‘Een heel verschil met de vaste telefoon van vroeger. Nu is iedereen altijd op zijn of haar persoonlijke mobiele telefoon bereikbaar. En moet je je bijna verantwoorden als in de app wel blauwe vinkjes staan, maar je niet reageert. Daarom is die cao-afspraak voor velen echt een hulpmiddel.’

  • ’24/7 bereikbaar zijn slokte me op’

    Nynke Lubberink, gezinswerker OIDOS Buurtteams jeugd en gezin

    In vorige banen als ambulant hulpverlener in de jeugdzorg stond Nynke Lubberink 24/7 ‘aan’. ‘Als ik vrij was, hield ik mijn werk­telefoon in de gaten. Zelfs na een uurtje sporten keek ik meteen of ik geen oproep had gemist. Problemen en calamiteiten in de jeugdzorg spelen zich nu eenmaal niet altijd onder kantooruren af. Er wordt verwacht dat je altijd bereikbaar bent. Ook onder collega’s is er vaak een onuitgesproken verwachting. Je komt zo nooit los van je werk.’

    Haar huidige werkgever houdt zich wél aan de cao-afspraak waarin het recht op onbereikbaarheid buiten werktijd is vastgelegd. ‘In het begin moest ik afkicken. Ik was zo gewend altijd in die wachtstand te staan. Altijd dat gehaaste gevoel. Heb ik iets gemist? Hoe zou het met dat gezin gaan? Maar nu is het een verademing. Thuis is nu ook echt thuis. Pas achteraf realiseerde ik me hoe die 24/7 bereikbaarheid me opslokte.’

    Lubberink is blij dat alle collega’s zich aan de afspraken over onbereikbaarheid houden. ‘Mijn werkgever let daar echt op. Want hulpverleners hebben nu eenmaal een groot verantwoordelijkheidsgevoel en moeten soms tegen zichzelf beschermd worden. Zeker nu ik een kind heb, merk ik hoe belangrijk die scheiding tussen werk en privé is.’