Denker des Vaderlands

Morele mazzel

Tekst: Marjan Slob, portret Marjan door Lisa van der Rhee, 


Ik zie niets. Regen, regen, nog meer regen. De boottocht: een grijze bedoening. De ramen van de gelede bus van de haven naar Lies beslaan direct. Het gangpad staat propvol natte mensen met rolkoffers en een enkele bibberende hond. 


Wat later, op onze huurfietsen, rijden we nogal verdwaasd rond. We kunnen onze locatie niet vinden en die verdomde capuchon zit in de weg. Dan horen we vanuit een café aan de overkant een soort ketelmuziek. We kijken elkaar aan, zetten de fietsen tegen de schutting, en begeven ons tussen de uitgelaten mensen. Ik zie een man en een vrouw breeduit zwieren in een rare geïmproviseerde klompendans; de regen kan ze niet schelen, nat zijn ze toch al. En ik denk: dit is levensvreugde. 


Deze dagen gaan we op in een soort Oerolfamilie, en dat is een behoorlijk uitbundige clan. Zelf ben ik meer het wat stille, observerende type, maar ik geniet van ieders inzet om wat van de tijd op Oerol te maken. Het is die openheid waar ik zo van hou. Dat ferme voornemen om het ongewisse te aanvaarden. De bereidheid om simpelweg te reageren op wat zich aandient. De regen kan met bakken over je uitgestort worden – vertel mij wat. En dat dan gewoon maar aangaan. 

 



Ik weet heus wel dat het een voorrecht is om zo in het leven te kunnen staan. Je moet het je kunnen veroorloven, je moet je er om te beginnen voldoende veilig voor weten. In die zin zijn wij, de leden van deze tijdelijke Oerolfamilie, allemaal mensen met privileges. Mensen die zich bewonderenswaardig gedragen hebben gewoon ‘morele mazzel’ gehad, betoogde de Amerikaanse filosoof Thomas Nagel ooit in een beroemd geworden artikel. Hun loffelijke gedrag is eerder het gevolg van gunstige omstandigheden dan van morele verdienste. Op goed gedrag hoef je je niet te laten voorstaan. Een groot deel van je doen en laten wordt immers gestuurd door factoren waar je zelf geen zeggenschap over hebt – om te beginnen de plek waar je geboren bent.     


Nagel heeft natuurlijk gelijk: voor mensen in nood is het een grotere opgave om vriendelijk en nieuwsgierig te zijn dan voor mensen die zich veilig weten. Oog hebben voor de harde omstandigheden waarin sommige mensen leven, kan je blik wat verzachten en je oordeel milder maken – en dat is meer dan welkom. Maar ik word persoonlijk ook wat murw van dat argument, omdat het mensen als een speelbal van hun omstandigheden ziet. Zo verdwijnen persoonlijke kwaliteiten buiten beeld die sommige mensen zo uitzonderlijk maken. 

Een hoosbui stort zich over je uit. Je bent doorweekt; dat is waar je nu mee hebt te werken. Wat doe je met wat het lot je toebedeelt? Welke van alle reacties die je in je voelt opkomen breng je tot expressie? Laat mij de mensen vieren die dan hun eigen klompendans maken.


*


Denker des vaderlands Marjan Slob schrijft de komende dagen impressies van en gedachten over Oerol voor de Dagkrant. Vanmiddag is ze te zien op het podium op het Festivalhart. Ga voor meer informatie naar het programma.