Tekst: Jantine Jongebloed
Scene foto’s: Nichon Glerum, foto's interview: Luna Muijs
Het individu is failliet, leve het collectief – zeggen collectieven Club Gewalt en De Dansers, die mengden en samen een voorstelling maakten. DEEP/END beleefde op de eerste festivalavond zijn Oerol-première. We spreken hen de morning after. Wat volgt is een therapeutisch gesprek.
In de achtertuin van het grote vakantiehuis in Formerum, waar de gezelschappen samen logeren, ontmoet ik de spelers, dansers en muzikanten van het Rotterdamse Club Gewalt en De Dansers uit Utrecht. De gezelschappen zijn bekenden van Oerol, beide stonden meermaals met eigen projecten hier op de planken, in loodsen en duinen. In de afgelopen maanden werkten ze voor het eerst aan een gezamenlijk project, DEEP/END, een ‘oefening in interdependence: de praktijk van onderlinge afhankelijkheid.’ Een muziek-dans-tekst-voorstelling over afhankelijkheid, samenwerken en de kracht van het geheel. Voor mij zitten Ruben van Asselt, drummer bij De Dansers, en Gerty Van de Perre, performer bij Club Gewalt.
Jullie voorstelling gaat over het collectief en over samenwerken. Ik wil daarom iets met jullie proberen. Ik wil kijken of het lukt om in dit interview niet voor jullie zelf, maar voor elkaar antwoord te geven op mijn vragen. Het is een experiment. Ruben, hoe denk jij dat Gerty de première gister heeft ervaren?
Ruben: ‘Goh tjee. We staan met z’n tienen op het podium, het is best lastig om van ieder individu mee te krijgen hoe-ie zich voelt.’ (Richt zich tot Gerty) ‘Maar volgens mij heb ik je wel een paar keer gezien, geregistreerd. Ik denk dat het wel goed ging voor je gister. Als jij een scène begint, met een monoloog, dan hoor ik direct of het goed zit, of dat je struikelt. Gister kwamen een paar van je zinnen heel erg aan bij het publiek. ‘I'm here because I'm privileged. I'm here because I'm scared.’ Uit de timing van de teksten hoorde ik dat het jou zelf ook raakte. Dat voelde ik. Maar misschien vul ik dat in. Ik heb je helemaal niet meer gesproken na de voorstelling.’
Hoe was de avond voor Ruben, Gerty?
Gerty: ‘Er was een stuk waarbij ik voelde dat hij echt ging vliegen, bij een instrumentaal stuk, de Bolero, waarbij de dansers een duet beginnen, dat een trio wordt, en daarna een kwartet. Daar hoorde ik Rubens drums, hij zat er daar zo lekker in, dat was een leuk moment, ik denk dat hij dat ook ervaarde.’
Gerty en Ruben knikken glimlachend naar elkaar. Het experiment lijkt te gaan slagen. Ze raken op elkaar afgestemd.
De dramaturg van Club Gewalt vertelde me dat dit samen maken nogal een pittig proces was. Wat was het moeilijkste voor Ruben?
Gerty: ‘De hoeveelheid aan stemmen, denk ik. Iedereen had inspraak in het maakproces want iedereen was mede-eigenaar van de performance. Het was voor veel mensen een uitdaging om te leren wanneer je moet luisteren en stil moet zijn. Ik heb jou op een bepaald punt horen zeggen dat je niet wist of jouw stem nog wel iets toevoegde. Ik denk dat dat jouw grootste zoektocht was.’
Ruben: ‘We zijn met veel mensen die goed kunnen praten over dingen maken. Ik ben beter in maken zonder woorden. Ik heb vaak het gevoel gehad dat alles al gezegd was. Maar ik ontdekte dat een herhaling vanuit een ander perspectief soms toch ook juist weer een deur kan openen.’
Wat vond Gerty moeilijk, denk jij?
Ruben: ‘Jij zat er vanaf het begin erg bovenop. Later werden ideeën en thema’s uitgewerkt in kleinere groepjes, waar je niet bij zat, en toen je een stap terug moest doen, vond je dat denk ik best ingewikkeld, omdat je altijd een grote stap vooruit bent.’
Gerty: ‘Ik vond het wel fijn hoor, om het soms juist even bij een ander te leggen, en een idee te laten rusten. Ik heb in het begin van het proces heel veel inspiratie gevoeld, dus heb veel aanzetten voor teksten kunnen doen, en kon het daarna ook wel even laten dan.’
Ruben: ‘Bij mij was die volgorde andersom. Ik heb in het begin soms wel de ruimte gemist om me uit te kunnen spreken, in een groep met spraakzame mensen. Dan zoomde ik uit om mijn energie te bewaren voor later. Maar nu is het goed, ik heb spreektijd gekregen, ik ben heel blij met het eindresultaat.’
Hoe vaak denk je dat Gerty zich heeft afgevraagd waar ze aan begonnen is?
Ruben: (lacht) ‘Niet élke dag. We zijn echt allemaal onszelf en ons collectief tegengekomen, en tegelijkertijd leek er soms door onze samenwerking niks meer van onze eigen gezelschappen over te blijven.’
Gerty: ‘We hebben als gezelschap allebei ons eigen artistieke signatuur waartoe we ons verhouden, en een andere benadering van het publiek. Bij Club Gewalt gaat dat via het zoeken van ongemak, en zo iets in beweging proberen te krijgen, en ik heb het idee dat het bij De Dansers gaat via ontwapening. Die twee uitgangspunten kwamen elkaar tegen en gingen botsen. Dat was echt heel erg zoeken. We hebben veel moeten praten met elkaar.’
Was er tijdens die groepsgesprekken een moment waarop Gerty de verbinding weer voelde, Ruben?
Ruben: ‘Ik heb dat vooral gezien als ze kon máken. De gesprekken waren daar ook niet voor bedoeld, het waren geen uitpraatsessies, of nou ja, niet continu, haha. Het waren vooral gesprekken om de betekenis van wat we aan het doen waren weer te snappen. De verbintenis voelen, dat gebeurde in de zaal, bij het spelen.’
Wanneer voelde Ruben dat het klopte?
Gerty: ‘Volgens mij pas laat in het proces, ik denk toen we voor publiek gingen spelen.’
Ruben: ‘Ik had echt mensen in de zaal nodig om te snappen wat we aan het doen zijn. Ik heb het lang rommelig gevonden, maar nu zie ik dat die rommeligheid ook vrijheid brengt. Met het publiek erbij kon ik mijn hoofd thuis laten, en beginnen met uitproberen en experimenteren. Toen begreep ik het. Dit project heeft me een geloof in volhouden en doorzetten gebracht. Dit interview voelt een beetje als een therapiesessie, trouwens, maar het past wel, het maakproces was een aaneenschakeling van moeizame en uiteindelijk goeie momenten. We zijn er.’
Wat denken jullie samen dat het publiek bij jullie kan ervaren?
Ruben: ‘Spektakel.’ (Gerty lacht)
Ruben: ‘Ik heb het gevoel dat iedereen een andere voorstelling ziet, met genoeg materiaal om door te laten sudderen. Het is een nieuwe ervaring van elementen en belangrijke boodschappen die met De Dansers alleen nooit zouden worden aangestipt, en bij Club Gewalt op een heel andere manier gepresenteerd zouden worden. De performance spreekt denk ik heel erg tot de verbeelding, ik hoop dat het een bepaalde manier van reflecteren kan triggeren.’
Gerty: ‘Ik hoop hetzelfde. Ik hoop dat het publiek veel emoties zal ervaren, of dat nu boosheid of ongemak of blijdschap is. Ik denk dat emotie altijd iets in gang zet. Ik hoop dat we mensen kunnen confronteren met het feit dat we allemaal onderdeel zijn van een groter geheel, en dat we soms iets van ons privilege moeten opofferen om een hoger doel te dienen. Daar gaat dit over, het collectief boven het individu.’
*
DEEP/END speelt nog de hele week, met uitzondering van woensdag, twee keer per dag. Er zijn nog een paar tickets voor het laatste weekend. Meer informatie over de voorstelling lees je hier.