Drie observaties bij het debat over klimaatrechtvaardigheid

Tekst Jenny Rozema, Foto Berbe Rinders en Jelte Keur (droneshot)

Theatergezelschap Silbersee organiseert tijdens en met Oerol debatten en gesprekken over klimaatrechtvaardigheid in de hele kunstwereld. Mensen uit de theaterwereld gingen vrijdagochtend in de Tent met elkaar in gesprek over vragen als sociale rechtvaardigheid, inclusie en degrowth om te zien hoe het festival en de theaterwereld zich kunnen verhouden tot verduurzaming en de klimaatcrisis. Redacteur Jenny Rozema ziet zichzelf als zeer betrokken bij het klimaat, dus ze was erbij om te zien wat ze zou opsteken. Drie observaties.

1. Er is nog weinig kennis over wat klimaatrechtvaardigheid eigenlijk is

In het gesprek over klimaatrechtvaardigheid valt me op dat het niet altijd over klimaatrechtvaardigheid gaat. De term lijkt te versmelten met andere zaken zoals duurzaamheid en klimaatneutraal werken. Maar dat is niet waar klimaatrechtvaardigheid over gaat. Spreker en dekoloniaal activist Chihiro Geuzebroek, die op Oerol staat met het project How Forests Think, valt dat ook op, en benoemt na een halfuur rond de tafel dat het woord ‘klimaatrechtvaardigheid’ nog niet eens is gedefinieerd. 


Klimaatrechtvaardigheid is een groot en gelaagd begrip, maar héél kort samengevat betekent het dat de lasten van de klimaatcrisis rechtvaardig moeten worden verdeeld. De mensen die wereldwijd het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis krijgen op alle niveaus te maken met de meest ernstige gevolgen. Dat is niet eerlijk. Klimaatrechtvaardigheid betekent dat je dat erkent, en dat echt goede keuzes voor het klimaat dus niet kunnen leiden tot meer ongelijkheid en onrecht. 


Op internet kun je veel uitleg vinden over klimaatrechtvaardigheid. Veel inheemse mensen en andere mensen die klimaatonrecht wordt aangedaan delen ook online hun verhalen. Kijk bijvoorbeeld naar dit artikel van Amnesty International en het persoonlijke verhaal van inheems mensenrechtenactivist Raki Ap.

2. De mensen om wie het gaat worden weinig gehoord

Tijdens het debat komt de programmering van theater aan bod, waaronder ook die op Oerol. Zo spreekt creatief roboticus Edwin Dertien de angst uit dat straks alle theatervoorstellingen over klimaat, rechtvaardigheid en soortgelijke onderwerpen moeten gaan. Geuzebroek ziet dit anders: het gaat er nu in prominente theaterproducties juist bijna nooit over. 


Verhalen over klimaatrechtvaardigheid en onderwerpen die hieraan raken lijken nu in elk geval veelal maar lastig een podium te vinden. Voor veel makers met bijvoorbeeld een inheemse afkomst en andere mensen die kennis en ervaring met dit onderwerp hebben, is het moeilijk om door de toch wel traditionele theaterbubbel heen te breken. Of misschien beter gezegd: de traditionele theaterbubbel laat deze mensen en verhalen vaak maar moeilijk door. Ook op Oerol kun je de vraag stellen: wordt er voldoende aandacht aan klimaatrechtvaardigheid besteed? Krijgen de mensen om wie het gaat wel voldoende ruimte om hun verhaal te vertellen? Hoeveel theatervoorstellingen kun jij in het algemeen benoemen die deze onderwerpen aansnijden?


Als iemand onrecht wordt aangedaan, en je wilt daar wat aan doen, dan moet het verhaal van die persoon natuurlijk centraal staan. Niet alleen eróver praten, maar ook mét de mensen praten. Echt luisteren naar hun ervaringen, en die als uitgangspunt nemen in plaats van onze eigen (bevoorrechte) ervaring. Maar als het gaat om klimaatrechtvaardigheid lijkt dat nog vrij weinig te gebeuren. Ook nu is er wel een gesprek met vooral Nederlandse makers, maar weinig voorstellingen met hen om wie het gaat.

3. Ook als individu kan je veel bereiken

Geuzebroek vertelt op een gegeven moment over haar werk in de kunstwereld. Met een grassroots actiegroep en gerichte acties hebben ze met een kleine groep mensen meerdere grote culturele instellingen weten te overtuigen om hun banden met fossiele bedrijven te breken. Dat heeft een grote impact, en is bereikt door een kleine groep mensen die besloot actie te ondernemen en zich uit te spreken. 


Als het gaat om klimaat wordt het gesprek vaak gestuurd naar wat je in je dagelijkse leven kunt doen. Dat is natuurlijk belangrijk, maar laten we ook eerlijk zijn: alleen daarmee lossen we de grote problemen van de wereld niet op. Het probleem zit veel dieper. Om het aan te pakken is systeemverandering nodig. En daar kun je als individu dan best wel iets in betekenen.


Sommige mensen zeggen weleens dat we ‘niet moeten doorslaan’ met klimaat, of dat ze er niet altijd aan willen denken omdat het zo deprimerend is. Maar voor heel veel mensen wereldwijd is ‘niet eraan denken’ geen optie, omdat de klimaatcrisis voor hen een dagelijkse strijd om leven en dood betekent. Wij in het veilige westen kunnen nog zo vaak zeggen dat we klimaat en rechtvaardigheid belangrijk vinden, maar misschien is de beste vraag wel: als dat echt zo is, zijn wij dan ook bereid om serieus zelf iets te veranderen?