De redactie van de dagkrant leefde de afgelopen dagen in de stellige overtuiging dat iedereen op Terschelling opstaat met de dagkrant, en ermee naar bed gaat. Tot onze grote schrik/vreugde hoorden we dat mensen ook weleens iets anders lezen. Redacteur Mirthe Westrik struinde camping Terpstra af en vroeg kampeerders een boekje open te doen over hun leesvoer tijdens voorstellingsloze momenten.
Tekst en foto’s: Mirthe Westrik
Ellie zit net te lezen op haar iPad als ik langskom. – “Ik lees een artikel over Maxima’s bevalling en of haar kinderen met een keizersnee ter wereld zijn gekomen,” lacht ze. “Het stuk gaat over de vraag of het een koninklijke traditie is om op die manier te bevallen.” En? “Nee, haha. Ja ja, interessante kost tijdens Oerol. Ik heb geen boek mee, want ik heb geen tijd om écht te lezen. Er is zoveel te zien.”
Evert zit aan een picknickbank voor de tent shag te roken. – “Ik heb geen leesboek mee, wel een jaarboek. Het is een boek dat begint met het jaar waarin ik geboren ben, 1955, en gaat over alle belangrijke gebeurtenissen die in de achttien jaren erna volgden. Als ik even een half uurtje over heb dan lees ik. Ik ben nu bij 1957.”
Rita smeert net de rug in van Lidy als ik langsloop. Op tafel ligt een heel dik boek. – Rita: “Ik lees Het tellen van de dagen, van Fernando Aramburu. Dat gaat over een man die teleurgesteld is over zijn leven en er een einde aan wil maken. Hij besluit dat over precies een jaar te doen, en gebruikt het jaar dat hij over heeft om terug te blikken. Wanneer hij zijn beste vriend over zijn idee vertelt, zegt die niet – zoals je verwacht – dat hij er geen einde aan moet maken, hij zegt: wat een goed idee! Daarna vraagt hij of hij met hem mag meedenken over de manier waarop hij zijn leven beëindigt. Ik weet nog niet hoe het verhaal verder gaat, maar als het in deze stijl blijft dan is het echt een goed boek. Hoewel het gaat over de dood, is het helemaal niet depressief, en juist heel licht en met humor geschreven. Dat vind ik interessant. De dood hoort bij het leven, maar we zien het niet als onderdeel ervan. Ik moet me enorm beheersen om niet achterin het boek te kijken naar hoe het afloopt. Dat zijn de beste boeken.”
Carolien en haar vriendin Wilma rommelen wat rond de tent. – “Ik lees nu het boek Zusjes, zegt Carolien. “Het is een waargebeurd verhaal over twee zussen. De ene zus krijgt kanker, de ander gaat stamcellen doneren. Ik vind het een goed boek, omdat het meerdere kanten van het leven laat zien, en het de relatie tussen zussen mooi beschrijft. Het verhaal gaat over loslaten, daar leer ik veel van.”
Willemien zit samen met haar vriendin Rianne en haar dochter Loes voor de tent. Als ik begin over boeken is Willemien direct enthousiast: “Ik ben docent Nederlands en lees ontzettend graag. Ik heb mijn e-reader altijd bij me, en heb nu ook veel luisterboeken mee. Daardoor kan ik boeken luisteren tijdens het lopen, fietsen of de afwas doen, waardoor ik er zoveel mogelijk kan verslinden. Ik lees nu Het achtste leven: (voor Brilka) van Nino Haratischwili, wat een heel leuk en best moeilijk boek is. Waar de meeste luisterboeken een paar uur duren, is dit luisterboek wel veertig uur lang. Het is een familiekroniek en gaat over acht levens binnen één familie. Het boek gaat drie eeuwen terug en gaat onder andere over de invloed van het communisme binnen een gezin. Het allermooiste is hoe de karakters tot leven komen. De levensles die ik er tot nu toe uithaal is dat je altijd aandacht moet hebben voor elkaar. En ik wil graag de groeten doen aan Metameer! Dat is de school waar ik werk.”
Haar vriendin Rianne leest Vier wandelaars en een Siciliaan. “Die heb ik getipt gekregen van mijn collega Jolanda, die op een camping verderop zit. Een verhaal over vier vrouwen die naar Sicilië gaan om te wandelen, omdat ze allemaal wat rust nodig hebben. Ik ben er nog maar net in begonnen, maar het is makkelijk geschreven, en echt iets voor aan het strand. Bedankt Jolanda, leuk boek!”
Loes, de dochter van Willemien, heeft op de boot naar Oerol het boek Confettiregen van Splinter Chabot uitgelezen. “Daarvoor las ik een boek van Arthur Japin, dat ging over misbruik. Confettiregen was wel een vrolijke tegenhanger. Het is een coming-out in een warme en liefdevolle omgeving. Nu moet ik een nieuw boek kiezen, ik ga me laten adviseren door de docent Nederlands hier tegenover me.”
Voor ik ga slapen ligt open op een strandbedje. Het boek blijkt bij Christa te horen: “Ik ga nooit ergens naartoe zonder boek. Ik heb nu een boek én een e-reader mee, zodat ik altijd wel iets te lezen heb. Ik lees nogal veel en vind het heerlijk om tijdens een vrij moment, al is het maar vijf minuten, een boek open te slaan. Je hebt altijd wel momenten dat je moet wachten, helemaal als je met een groep bent.”