Beroepspraktijkvorming (BPV)

Het zoeken van een praktijkplek

Het zoeken van een praktijkplek

Stappenplan voor het vinden van een praktijkplek

Studenten maken bij het zoeken van een praktijk gebruik van het stappenplan. Hierin staan alle eisen en vind je informatie over wat een geschikt leerbedrijf is. Tijdens de lessen op school begeleiden we de studenten hierbij.

Verklaring omtrent gedrag (VOG)

Aan het begin van de stageperiode moet de student een geldig VOG hebben. Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)is een verklaring waaruit blijkt dat je geen strafbare feiten hebt gepleegd die een bezwaar vormen voor het werken in de kinderopvang of in het onderwijs. 

 

Met ingang van 1 maart 2018 is het voor studenten met de uitstroomrichting GPM4 en PM3 tevens verplicht om ingeschreven te staan bij het persoonsregister kinderopvang. Voor het inschrijven voor dit persoonsregister mag een VOG niet ouder zijn dan twee maanden. 


Het persoonsregister geldt niet voor studenten van de opleiding tot onderwijsassistent.  De meeste scholen vragen wel om een VOG, maar er is geen persoonsregister onderwijs. 

 

Volgens artikel 9.9 van de cao-kinderopvang worden de kosten van de aanvraag van een VOG vergoed door het desbetreffende leerbedrijf.  

Het aanvragen van een praktijk-overeenkomst (BPVO)

Het aanvragen van een praktijkovereenkomst (BPVO)

Voor de beroepspraktijkvorming worden tussen het MBO College Hilversum, het leerbedrijf en de student een aantal afspraken gemaakt. Deze afspraken worden vastgelegd in een praktijkovereenkomst (BPVO).


In deze praktijkovereenkomst staan algemene voorwaarden zoals de rechtspositie van de student, de geheimhoudingsplicht, de duur van de overeenkomst, de begeleiding, de beoordeling en de beëindiging van de overeenkomst en de verzekering en aansprakelijkheid. 

  • Vul de aanvraag in voor een BPVO via deze online opleidingsgids. Zie de link hieronder.

    Vraag hier je praktijkovereenkomst aan

    Vraag hier je praktijkovereenkomst aan

    Werkt het aanvraagformulier niet? Probeer het dan eerst op een ander apparaat en/of op een andere internetbrowser. Ook kun je je cookies verwijderen op je eigen apparaat. Werkt het dan nog niet? Neem dan contact op met Melanie Mikkelsen. 

    E-mail: m.mikkelsen@rocva.nl

    Offline: This content can only be displayed when online.
  • Als alle gegevens kloppen en compleet zijn, wordt de BPVO aangemaakt door het BPV Bureau.


    Heb je hulp nodig of vragen over de BPVO? Ga dan langs bij het BPV Bureau van Welzijn of stuur ze een e-mail: BPVzorgenwelzijnhilversum@rocva.nl

  • De student en de contactpersoon van het leerbedrijf krijgen een e-mail met daarin een link om de BPVO digitaal te ondertekenen. Let op: Hier moet je inloggen met je DigiD.


    Bij 18- studenten krijgen ouders/verzorgers mogelijk ook een e-mail om de BPVO te ondertekenen. 


    Lukt het ondertekenen niet? Ga dan langs bij Bureau Studentzaken. 

  • Nadat iedereen de BPVO heeft ondertekend, ontvangen de student en het leerbedrijf een exemplaar van de getekende BPVO. Deze komt ook automatisch in het EduArte dossier van de student.

  • Vanaf nu is de BPVO geldig. De student mag nu starten met de praktijk. 


    Zonder geldige BPVO mag de student niet starten op de praktijkplek.

Presentie registratie

Presentie registratie

De stage-uren worden digitaal bijgehouden via EduArte. De student vult de uren in via EduArte. De praktijkbegeleider kan vervolgens via het Bedrijvenportaal van EduArte inloggen en de uren accorderen (goedkeuren). De link en het wachtwoord naar het Bedrijvenportaal wordt gestuurd naar het e-mailadres welke geregisterd staat op de BPVO Let op: De e-mail met de link kan in de Ongewenste e-mail of Spam terecht komen en de link die u ontvangt is maar beperkt geldig.


Wanneer er in uitzonderlijke situaties gewisseld wordt van praktijkbegeleider wordt dit eerst besproken met de student en de mentor. Bij goedkeuring van de wijziging moet er een e-mail aan het BPV- bureau worden gestuurd en dan krijgt de nieuwe praktijkbegeleider ook een nieuwe link. (Mentor kan ondersteunen). Op deze manier blijven de uren van de student in het systeem ongewijzigd.


Wanneer de student uren mist op stage, dienen deze te worden ingehaald. Indien er redenen zijn waarom de student de urennorm van de praktijk niet kan behalen, wordt dit altijd van tevoren besproken met de mentor/ stagebegeleider en eventuele extra ondersteuning geboden. In dat geval worden er afspraken gemaakt en vastgelegd in EduArte. De mentor/ stagebegeleider en de student stellen de praktijkbegeleider op de hoogte van eventuele uitzonderingen. 

Wij verwachten van de student 100% aanwezigheid voor de beroepspraktijk.


Uren BPVO – mag een student meer uren stagelopen?

In de BPVO staat aangegeven hoeveel uren een student stageloopt.

Het totaal aantal uur op de BPVO is berekend aan de hand van 7 uur stage per dag, exclusief pauze. Wij adviseren om deze stage uren aan te houden per dag om zo de uren te verdelen over het gehele stage jaar in verband met de te behalen leerdoelen van de student (zie waarderingsformulieren BPV).

Mochten er dringende redenen zijn om van deze uren per dag af te wijken, dan is het belangrijk dit vooraf bespreekbaar te maken en hier afspraken over te maken met de student en de mentor.

In het geval dat de student langere dagen maakt dan de 7uur (exclusief pauze) dient dit gecompenseerd te worden met vrije dagen. Afspraken hieromtrent worden in EduArte genoteerd.

 

Boventallig

Studenten hebben te allen tijde een boventallige status. Zij hebben een aanvullende rol binnen het onderwijs/ kinderopvang.

Begeleiden en beoordelen van de beroepspraktijk

Begeleiden en beoordelen van de beroepspraktijk

Beroepspraktijkvorming is erop gericht dat de student stapsgewijs taken van het beroep gaat uitvoeren, zodat hij/zij uiteindelijk goed kan functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.  

 

In de beroepspraktijk wordt de student begeleid door een of meerdere praktijkbegeleiders. Het leerbedrijf zorgt ervoor dat de student de praktijkopdrachten kan uitvoeren en dat de student feedback krijgt. Wij verwachten dat de student en praktijkbegeleider eens in de twee weken minimaal 30 minuten de tijd nemen voor begeleiding. 

Taken van de student, de beroepspraktijk en de opleiding

Lees hieronder meer over de taken van de student, van de praktijkbegeleider en de school als het gaat om beroepspraktijkvorming.  

Wat zijn de taken van de student?

Wat zijn de taken van de student?


  • De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage via www.stagemarkt.nl


  • De student vraagt tijdig een stageovereenkomst (BPVO) aan via de opleidingsgids. Beroepspraktijkvorming BPV - Opleidingsgids Welzijn (mbocollegehilversum.nl

  • De student heeft kennis van de inhoud van de stageovereenkomst (zie digtale BPVO).

  • De student is verplicht alles geheim te houden wat de privacy van de doelgroep kan schaden.

  • De student mag kinderen/ouders/medewerkers van de stageplek niet filmen of fotograferen zonder toestemming van de ouders en/of de praktijkbegeleider. In geen enkel geval mag film of fotomateriaal op internet terecht komen.

  • De student zorgt vóór de start van de stage voor een 'verklaring omtrent gedrag' (VOG) en schrijft zich, in overleg met het leerbedrijf in, in het persoonsregister.

  • De student is 100% aanwezig (met uitzondering van geoorloofd verzuim). 

  • De student belt bij afwezigheid, tijdig met de praktijkbegeleider en de verzuimmedewerker op school.

  • De student voorziet de praktijkbegeleider van voldoende informatie die nodig is voor de begeleiding.

  • De student is (mede) verantwoordelijk voor het leerproces. De student zorgt voor het aftekenen van de waarderingsformulieren en de verslagen van de praktijkgesprekken met de mentor. Hij/zij gebruik hiervoor de leerlijn praktijk (zie bijlage 3).

  • De student maakt afspraken met de praktijkbegeleider, bespreekt de voortgang binnen de studie en communiceert over de planning met de praktijkbegeleider.

  • De student verzamelt belangrijke (voortgangs-)documenten (format 1/3/ waarderingsformulieren) binnen de studie en kan de beoordeling van de cursussen via CANVAS - op verzoek- tonen.

  • De student verzamelt vanaf jaar 2 bewijsstukken voor zijn lintexamen waarmee hij/zij aantoont zich te hebben geprofessionaliseerd. De student deelt de informatie hierover met zijn/haar praktijkbegeleider.

  • De student evalueert en reflecteert op zijn/haar werk en legt dit voor aan de praktijkbegeleider.

Wat zijn de taken van de beroepspraktijk?

Wat zijn de taken van de beroepspraktijk?

  • De praktijkbegeleider is een gediplomeerd beroepskracht.

  • De praktijkbegeleider zorgt voor een goede introductie in de organisatie, het team en de doelgroep.

  • De praktijkbegeleider maakt afspraken over de taken en de verantwoordelijkheden van de student, inclusief de inschrijving in het persoonsregister.

  • De praktijkbegeleider voert begeleidingsgesprekken met de student (minimaal één gesprek van ca. 30 minuten per 2 weken).

  • De praktijkbegeleider leest de cursussen en waarderingslijsten door en faciliteert de student bij het maken van de opdrachten.

  • De praktijkbegeleider geeft feedback tijdens de voorbereiding en uitvoering van de opdrachten uit de leereenheden.

  • De praktijkbegeleider tekent de werkprocessen van de leereenheden – na uitvoering - af en geeft hierbij duidelijke toelichting t.a.v. de redenen voor het eventueel niet aftekenen van de werkprocessen, hij/zij gebruikt hiervoor het waarderingsformulier. 

  • De praktijkbegeleider beoordeelt de stage van de student aan het einde van de stageperiode met een onvoldoende, voldoende of goed. Hij/zij gebruikt hiervoor het formulier ‘eindbeoordeling praktijk’

  • De praktijkbegeleider accordeert de aanwezigheid van de student binnen EduArte. Indien hier problemen mee zijn, rapporteert hij/zij dit aan de student/mentor

  • De praktijkbegeleider is aanwezig bij de informatieavond over de beroepspraktijkvorming.

  • De praktijkbegeleider is aanwezig bij het voortgangsgesprek met de student en de bezoekend docent van het MBO College Hilversum, tijdens het praktijkbezoek.

  • De praktijkbegeleider hanteert bij de begeleiding van de student de leerlijn praktijk (bijlage 3) en de vorderingen van de uitvoering van de kerntaken en werkprocessen in de leereenheden.

  • Tijdens de examenfase van het beroepsexamen en de examinering van de keuzedelen of het lintexamen is er een ervaren, juist gekwalificeerde beroepskracht (minimaal gelijk niveau als student) beschikbaar voor observaties, beoordeling examenstukken en in het geval van het beroepsexamen, een afsluitend gesprek op school.

  • De praktijkexaminator is aanwezig bij de proeve instructieavond op school.

  • De praktijkbegeleider neemt contact op met de mentor van de student, bij problemen in het functioneren van de student of onduidelijkheden m.b.t. de opdrachten van de student.

  • Voor BOL-studenten: De praktijkbegeleider ziet er te allen tijde op toe dat de student boventallig is gedurende de stageperiode. Ook tijdens het vervoer van kinderen buiten het kinderdagverblijf.

  • Voor BBL-studenten: De praktijkbegeleider zorgt voor een inwerkperiode met een inwerkprogramma waarin de student boven formatief wordt ingezet. 

Wat zijn de taken van de opleiding?

Wat zijn de taken van de opleiding?

  • Voor BOL-studenten: De mentor ondersteunt de student bij het vinden van een stage.

  • De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de praktijkbegeleider als zich problemen voordoen in het functioneren van de student.

  • De mentor begeleidt de student bij het verkrijgen van de juiste kennis, vaardigheden en houding door:

    • Het volgen van het individuele leerproces aan de hand van behaalde resultaten; 

    • Het signaleren van problemen; 

    • De eindverantwoordelijkheid te dragen voor de voortgangsgesprekken;

  • De mentor/ stagebegeleider van de student draagt er zorg voor dat er minimaal twee stagebezoeken worden gepland per studiejaar. Het doel van deze gesprekken is de (stage-) voortgang van de student te bespreken. Er wordt aandacht besteed aan: presentie, ontwikkeling student, waarderingslijsten en schoolopdrachten (cursussen). Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten en is digitaal. De ontwikkeling wordt vastgelegd in zogenoemde FORMATS.

  • De mentor/ stagedocent heeft voor de start van de examens in jaar 3 een GO- gesprek met de student en de praktijkbegeleider. Samen wordt bepaald of de student klaar is voor de proeve van bekwaamheid. Tijdens dit gesprek wordt de 'eindbeoordeling stage' ingevuld en door alle partijen ondertekend. 

Begeleiding van de studenten

Wanneer een student stageloopt is er altijd contact tussen de stagebegeleider op stage en de begeleidend docent op school. Vaak is de begeleidend docent ook de mentor. Aan het begin van de stage zult u, vanuit de begeleidend docent op school, een e-mail ontvangen ter kennismaking en introductie. In deze e-mail kunt u informatie teruglezen over de student (naam, klas, mentor) en u wordt geïnformeerd over de contactmomenten die er zullen plaatsvinden. Dit doen wij via de gegevens die we via de stageovereenkomst/praktijkovereenkomst hebben ontvangen.

De ontwikkelingen van de student worden bijgehouden en genoteerd op de stage ontwikkel formats. Deze formats worden tijdens een contactmoment met de begeleidend docent van school toegelicht en samen met de student en praktijkbegeleider doorgenomen. 


Wanneer er bijzonderheden, vragen of knelpunten zijn verwachten wij van de praktijkbegeleider dat hij/zij direct contact opneemt met de mentor van de student 

Stage ontwikkel formats

De volgende formats worden ingevuld en besproken tijdens de stage ontwikkel gesprekken:


  • Format 1: Aan de hand van dit format bespreken we de uitblinkers en leerpunten van de student, de voortgang en stagebegeleiding en wat algemene zaken als uren registratie en dergelijke.
  • Format 3: Aan de hand van dit format geeft u een eindbeoordeling stage. U kijkt daarbij naar de ontwikkelingen van de student, de waarderingsformulieren Stage en de aanwezigheid van de student.


Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

Gedurende jaar 3 start de student met de examinering. Hiervoor is het GO - NO GO formulier een belangrijk onderdeel tijdens de stage ontwikkelgesprekken. 

Beoordeling van de studenten

In de beroepspraktijk werken studenten aan kerntaken, werkprocessen en doelen van het kwalificatiedossier. Binnen ons onderwijs werken bij met integrale opdrachten. Dit noemen we cursussen. Via deze cursussen worden meerdere vakken getoetst. 

Vanaf het moment dat de student aan de slag gaat in het leerbedrijf, beoordeelt zowel de opleiding en de praktijkbegeleider samen de cursus. De praktijkbegeleider doet dit aan de hand van een waarderingsformulier BPV en de school doet dit aan de hand van een beoordelingsmatrix school die zijn toegevoegd aan elke leereenheid 

 

Het waarderingsformulier BPV is een lijst met werkprocessen, vastgesteld op basis van het kwalificatiedossier, die de student moet aantonen in de beroepspraktijk. Ieder werkproces komt drie keer terug in de opleiding, namelijk op beginnersniveau (B)gevorderd niveau (G) en startbekwaam niveau (S). Om over te gaan naar een volgend schooljaar, dient de student alle werkprocessen te hebben behaald.  


Bij het ondertekenen en invullen van het waarderingsformulier BPV (en ook bij andere bewijslasten die getekend worden door de praktijkbegeleider) is het belangrijk dat ieder document wordt ondertekend met een naam, datum en handtekening om te dienen als geldige bewijslast. 

 

Wij verwachten dat de student de complete cursus, inclusief waarderingsformulier BPV en beoordelingsmatrix schoolregelmatig deelt en bespreekt met de praktijkbegeleider. 


Alle waarderingsformulieren van de opleiding moeten vooraf aan het examen in jaar 3 voldoende zijn afgetekend door de praktijkbegeleiders. 

Examinering van de beroepspraktijk

Examinering van de beroepspraktijk

Het examineren van de student is een taak van zowel de opleiding als de beroepspraktijk. Het merendeel van het examen wordt uitgevoerd in de praktijk. Natuurlijk is de opleiding er om student, praktijkbegeleider en assessor te ondersteunen. Zo bieden we onder andere trainingen aan voor assessoren en zijn er informatieavonden voor studenten en praktijkbegeleiders over het examen.  

"Ik vond het fijn dat er bij de CGI gesprekken van het lintexamen ruimte was om iemand van je stageplek mee te nemen."

Om aan te tonen dat de student mag starten met het examen moet zij door de praktijkbegeleider het go -no go formulier laten ondertekenen (deze is te vinden in de handleiding examinering te vinden bij het hoofdstuk examinering in deze opleidingsgids). 

In dit formulier worden de volgende onderdelen afgetekend door de praktijkbegeleider: 

  • De waarderingsformulieren en de cursussen zijn op voldoende niveau afgerond, de student heeft voldaan aan de gestelde eisen; 

  • Alle stage uren zijn gecheckt en staan in EduArte, de student heeft voldaan aan de gestelde eisen; 

Wanneer de praktijkbegeleider deze onderdelen heeft beoordeeld met een ‘Ja’, dan wordt het formulier overgedragen aan de mentor. De mentor zal de overige onderdelen invullen op het go – no go formulier. 

Wat moet de student doen om de beroepspraktijkvorming te behalen?


De examinering van het praktijkdeel in leerjaar 3 is afgerond met een voldoende

Het beroeps examen wordt voor een groot deel in de beroepspraktijk beoordeeld. Om een examen te kunnen afnemen in de praktijk moet de praktijkassessor voldoen aan de bekwaamheids eisen. De praktijkassessor kan dit aantonen met een reeds behaald certificaat van een gevolgde assessorentraining. Vanaf dit schooljaar bieden wij de assessoren training via een e-learning aan voor beoordelaars die nog niet getraind zijn. Deze assessorentraining is samen met het bedrijf WerkendLeren ontwikkeld. Deze training is (tot nader orde) gratis te volgen. In bijgevoegde informatiebrief vindt u meer informatie over deze training.

Praktische informatie:





CAO, de jaarplanning en verzekeringen

Praktische informatie

Planning

De stageplanning bevat alle informatie over de periodes, dagen en uren waarin de student stage loopt. Ook zijn vakanties en feestdagen terug te vinden in de stageplanning. 

Eisen van de CAO

In de stageovereenkomst (BPVO) staat onder meer dat het leerbedrijf de student de tijd geeft om te leren en aan zijn/haar stage-opdrachten te werken. Ook is een stagiaire in de kinderopvang en in het onderwijs boventallig. Dat betekent dat de student niet alleen op de groep mag staan en voldoende tijd en begeleiding moet krijgen voor stage-opdrachten.  

De CAO Kinderopvang

De CAO Kinderopvang

BOL: Volgens de cao-kinderopvang 2020-2021 Artikel 9.6.3 gelden de volgende specifieke regels voor studenten die stagelopen binnen de kinderopvang:  

 

1.Volgt een student een BOL mbo-opleiding?  En geeft deze opleiding (na afronding) bevoegdheid tot het werken als pedagogisch medewerker? Dan mag de werkgever haar in de volgende situaties formatief inzetten, als ze een arbeidsovereenkomst krijgt: 

 · Als een pedagogisch medewerker ziek is.  

· Tijdens schoolvakanties van de student. Hiervoor gelden dan wel de volgende voorwaarden:  

a. De student mag nooit alleen op de groep staan, behalve tijdens de pauzes.  

b. Zit de mbo-student in het eerste leerjaar? Dan mag de werkgever haar niet inzetten.  

c. De werkgever mag de mbo-student alleen inzetten op de stagelocatie van de student.  

 

2. In het schema in bijlage 9 van de cao staat hoeveel de werkgever de student formatief mag inzetten. En welk salaris de student moet krijgen. 

 

Artikel 9.7: de student heeft recht op een stagevergoeding 

 

BBL: Volgens de cao-kinderopvang 2020-2021 Artikel 9.6.1 gelden specifieke regels voor studenten die werken als student-werknemer binnen de kinderopvang. 

De praktijkplek moet erkend zijn door de S-BB en zich houden aan de eisen die worden gesteld in de cao. Zo wordt een BBL-studentwerknemer oplopend ingezet op basis van het schema in bijlage 9 van de cao-kinderopvang.  

 

Aansprakelijkheidsverzekering

Als de student tijdens de stage een ongeluk krijgt, dient de student dit gelijk te melden bij de mentor. De mentor maakt hiervan een incidentenmelding.  

 

Als de student of het leerbedrijf door dit ongeluk schade lijdt, dan is de student in eerste instantie zelf aansprakelijk. 

 

Het leerbedrijf is aansprakelijk wanneer er sprake is van onrechtmatig handelen  

door het leerbedrijf of door iemand die optreedt namens het leerbedrijf. Alleen in die gevallen waarin een leerbedrijf aannemelijk kan maken dat het niet terecht is dat de schade door het leerbedrijf zelf wordt geleden, kan de aansprakelijkheidsverzekering mogelijk uitkomst bieden.  

 

De verzekering is alleen van kracht gedurende de periode die staat vermeld op een geldige stageovereenkomst (SOK).  

Samen ontwikkelen

Samen ontwikkelen

Team Welzijn streeft naar een intensieve samenwerking met de beroepspraktijk. Een belangrijke pijler hierin is ons stuurgroepoverleg. Ook nemen we deel aan het SO&P. Met ingang van het schooljaar 2019-2020 bieden we ook steeds meer aan voor professionals en bedrijven, zodat zij zich kunnen blijven ontwikkelen. 

Stuurgroepoverleg

Driemaal per jaar organiseren we op school een bijeenkomst voor praktijkopleiders, HR-medewerkersdirecteuren en managers. 


Hier bespreken we ons onderwijs met de praktijk. We vragen om advies en input, stemmen keuzedelen af, bespreken actuele zaken in de kinderopvang en het onderwijs. Het doel is om zowel het onderwijs als de begeleiding van de beroepspraktijkvorming te blijven verbeteren voor onze studenten.  


We ontwikkelen ons onderwijs het liefst samen met het werkveld. Zo zorgen we ervoor dat het onderwijs levensecht wordt en blijft! 

SO&P

Binnen het SO&P (Samenwerking Onderwijs en Pedagogisch werk) werken we samen met vier mbo-scholen en vele kinderopvangorganisaties in het midden van het land. 


Het SO&P wil een verbetering bewerkstelligen van de samenwerking van het mbo-onderwijs en het werkveld kinderopvang en onderwijs met als doel het kwaliteitsniveau van toekomstige professionals gezamenlijk te verhogen. 

 

Zij doet dit door te werken aan de volgende subdoelen: 

  • Contact tussen de opleidingen en het werkveld van kinderopvang en onderwijs onderhouden en bevorderen. 

  • Komen tot kennisdeling tussen de mbo- scholen en het werkveld in de regio Noord- en Midden-Nederland. 

  • Het delen van pedagogische inspiratiebronnen en bevorderen van verdieping. 

  • Actuele ontwikkelingen op het gebied van beleid, overheid, maatschappelijke ontwikkelingen en milieu delen. 

  • Meer (geschikte) studenten aantrekken die een opleiding binnen het Pedagogisch Werk gaan volgen om daarna te gaan werken in de kinderopvang of het onderwijs. 

Om deze doelen te behalen worden er themabijeenkomsten, congressen en een jaarlijks directeurenoverleg georganiseerd. Lees hier de notulen van het directeurenoverleg in 2019 en 2020.

Leven lang ontwikkelen

Lees op onze speciale pagina meer over leven lang ontwikkelen.

Wetenschap & Technologie op stage

   Wetenschap en Technologie centraal!

De studenten Welzijn van het ROC van Amsterdam en Flevoland zetten Wetenschap en Technologie (W&T) in de schijnwerpers.


W&T is een verplicht onderdeel van het basisonderwijs in Nederland en het is onderdeel van de ontwikkeldoelen in de kinderopvang. Voor onze studenten hebben wij W&T een stevige plaats in het basis curriculum gegeven. Hierdoor zijn ze in staat om kinderen te begeleiden in het spelenderwijs kennis maken met dit brede onderwerp.


De student zal tijdens de stage W&T activiteiten uitvoeren geïnspireerd door (technische) beroepen binnen de 7 werelden van techniek. De student stimuleert met W&T Onderzoekend en Ontwerpend leren.


In ons onderwijsaanbod besteden we extra tijd en aandacht aan wetenschap en techniek modules. In het eerste opleidingsjaar krijgt de student vóóraf aan de stage een inleidende cursus over W&T in het pedagogisch werkveld. Tijdens de stageperiode zijn de W&T opdrachten zijn terug te vinden in cursus 10 (jaar 1, periode 4) en bij cursus 16 & 19 (jaar 2, periode 6 en 8). De opdrachten worden tijdens het stagegesprek geëvalueerd.

Voorbeelden W&T activiteiten

  • Denk bij ‘wetenschap’ aan het doen van onderzoek met kinderen, zoals: Wat gebeurt er als ik zand en water meng? Hoe groeit een plantje? Welke gaat sneller van de helling? Hoe hoog kan ik springen? Bijvoorbeeld: Kinderen zijn op onderzoek uit tijdens sensomotorisch spel, manipulatief spel, exploratief spel, bewegingsspel of tijdens een rollenspel.

  • Denk bij ‘techniek’ aan een product ontwerpen, maken en testen/verbeteren, zoals: Bouwen en stapelen, filmen en monteren, ontwerpen en naaien, onderdelen aan elkaar verbinden of losmaken (demonteren). Bijvoorbeeld: Kinderen maken of ontwerpen een ‘product’ tijdens functioneel spel, constructie spel, manipulatief spel of exploratief spel.

Wat vraagt dit van uw organisatie?
  • U geeft de student de ruimte en begeleiding om frequent W&T activiteiten uit te voeren en u beoordeelt de student op de uitvoering hiervan.

    De organisatie stemt met de student en de BPV-docent van de opleiding af welke zwaarte jullie aan W&T wensen te geven tijdens de stageperiode:
    - Welke behoefte ligt er ten aanzien van W&T in de organisatie?
    - Wat zijn de mogelijkheden?
    - Hoe wensen jullie hier vorm aan te geven (is er bijvoorbeeld een W&T coördinator    binnen uw organisatie met een “eigen aanpak”)?

Nieuwsgierig naar meer?

Neem eens een kijkje op www.wereldwijsintech.nl! Hier treft u meer informatie over Wetenschap & Technologie in de opleidingen Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker, Onderwijsassistent en Pedagogisch Werk.


Bekijk ook onze gratis e-learning. Deze geeft een duidelijk beeld van de meerwaarde van W&T en een toelichting op de begrippen, werkwijze en begeleiding van de studenten.