Katia van Bommel

Adviseur van Cubiss

Op jonge leeftijd de basis leggen voor een taalvaardige generatie

Op jonge leeftijd de basis leggen voor een taalvaardige generatie

Jong geleerd is oud gedaan. Dit oude spreekwoord is bij uitstek van toepassing op het ontwikkelen van leesplezier en leesmotivatie bij de jongste generatie: kinderen van 0 tot 6 jaar. Door al op hele jonge leeftijd een stevige basis te leggen, geef je kinderen een vliegende start. Katia van Bommel, adviseur van Cubiss, weet er alles van. “Als we kinderen van jongs af aan vertrouwd maken met boekjes, letters en lezen, bouwen we aan een taalkrachtige toekomstige generatie.”

De maatschappelijke opgave is groot. Het PISA-onderzoek naar de leesvaardigheid van Nederlandse scholieren laat een dalende lijn zien. Zorgwekkend is ook dat Nederlandse kinderen lager scoren dan alle voorgaande jaren en voor het eerst ook lager dan het Europese gemiddelde. Op dit moment loopt 1 op de 4 leerlingen in Nederland het risico om laaggeletterd te raken. Katia: “We moeten het tij keren. Daar kun je niet jong genoeg mee beginnen, dat wijzen meerdere onderzoeken uit. Zo hebben peuters en kleuters die meerdere keren per dag worden voorgelezen ongeveer 1,5 miljoen woorden gehoord tegen de tijd dat ze naar de basisschool gaan. Kinderen die niet voorgelezen worden, hebben op dat moment minder dan 5.000 woorden gehoord. Een enorm verschil! Voorgelezen kinderen starten met een veel grotere - en meer diverse - woordenschat aan het basisonderwijs.” 



Vicieuze cirkel doorbreken

De vliegende start die kinderen krijgen als ze al op jonge leeftijd in aanraking komen met taal, werkt lang door. Katia: “Als kinderen goed kunnen lezen, begrijpen ze een taal beter.  Daarmee voorkom je maatschappelijke problemen. Gezinnen met laagtaalvaardige ouders hebben vaak ook laagtaalvaardige kinderen die onvoldoende meekunnen in de maatschappij. Zij vinden moeilijker een baan, hebben vaker gezondheidsproblemen en kunnen zich minder ontwikkelen. Die vicieuze cirkel waarbij laaggeletterdheid wordt doorgegeven van generatie op generatie moeten we zien te doorbreken.”



Rol van de ouders

Dan is het wel belangrijk dat ouders, bibliotheken en het onderwijs hun rol pakken en samenwerken. “Ouders hebben natuurlijk in deze leeftijdsgroep een hele belangrijke rol in het stimuleren van de taalontwikkeling”, vervolgt Katia. “Als zij een rijke taalomgeving aanbieden, met prentenboeken, rijmpjes, liedjes, knisper-, speel- en leerboekjes, leggen zij een heel mooi en veelzijdig fundament.” 



Voorlezen in de eigen taal

Voor kinderen van wie de ouders een andere taal spreken, is er bovendien geruststellend nieuws. Katia: “Als het voor ouders beter voelt, kunnen zij gerust in hun eigen taal voorlezen. Buiten dat het meer ontspannen voorleest in de taal die je het beste spreekt, leggen kinderen op een logische en vanzelfsprekende manier het verband tussen het woord in de thuistaal en het Nederlands. Ze begrijpen de onderliggende regels die aan een taal ten grondslag liggen en kunnen die vervolgens op beide talen toepassen. De moedertaal die de ouder goed spreekt legt dus een betere basis voor het kind om zijn of haar taal goed te ontwikkelen.” Onderschat daarbij niet de kracht van non-verbale communicatie, vertelt Katia. “Het is het mooiste als een ouder met enthousiasme en plezier voorleest. Daar leert een kind het meeste van en zo wordt voorlezen en voorgelezen worden ook een waardevolle en fijne ervaring.”



Mannen, ga voorlezen!

Meisjes lezen zo’n beetje alles, van voetbalboeken tot boeken over dieren en prinsessen. Jongens zijn kieskeuriger. Daarom is het belangrijk om vooral bij jongens het leesvuurtje te ontsteken en boeken te zoeken die aansluiten bij hun interesses. Bovendien is het ook tijd voor het doorbreken van het klassieke beeld van de voorlezende moeder. Katia: “Het is tijd voor voorlezende mannen. Thuis, op de opvang en in de bibliotheek. We moeten af van het beeld dat voorlezen iets is wat alleen vrouwen doen. Mannen lezen anders voor dan vrouwen en wakkeren op die manier het enthousiasme aan, met name bij jongens.”



Boeken op grijphoogte

Voor de voor- en vroegschoolse educatie (vve) en kinderopvang heeft Katia bruikbaar advies: “Zorg voor een ruim en breed aanbod voor de allerkleinsten. En maak het ook beschikbaar. Leg de boeken op een plek waar kinderen er gemakkelijk bij kunnen, bijvoorbeeld in een leuke leeshoek. Ik kom nog te vaak op plekken waar ze fantastische knisper- en prentenboeken hebben liggen, waar kinderen zelf niet bij kunnen. Kinderen hebben dan misschien nog niet het geduld of de vaardigheid om het boekje pagina voor pagina te bekijken, maar ze raken wel spelenderwijs gewend aan het omgaan met boeken. Het zijn de eerste stapjes in het creëren van een (voor)leesroutine.”



De kracht van Boekstart 

De bibliotheek kan in dit hele proces van taalontwikkeling bij kinderen van ontzettend grote waarde zijn. Zo is er onder andere het bibliotheekprogramma BoekStart. Dit laagdrempelige leesbevorderingsprogramma moedigt jonge ouders aan om voor te lezen en de bibliotheek te bezoeken. “Ouders kunnen het BoekStartkoffertje ophalen als hun baby drie maanden oud is. Veel ouders komen al op het consultatiebureau de BoekStartcoach van de bibliotheek tegen die met ouders in gesprek gaat over het belang van lezen en hen helpt de weg te vinden naar en binnen de bibliotheek. BoekStart in de kinderopvang brengt kinderen van 0-4 jaar samen met hun ouders en de pedagogisch medewerkers met boeken in aanraking. BoekStart is hiermee het ultieme voorbeeld om op een laagdrempelige, persoonlijke manier het onderwerp onder de aandacht te brengen.” 



Bibliotheken bieden breed en divers aanbod

Naast programma’s zoals BoekStart en de VoorleesExpress speelt de bibliotheek natuurlijk ook een belangrijke rol in het aanbieden van een breed en divers aanbod van materialen waar gezinnen gebruik van kunnen maken. “Steeds meer bibliotheken hebben ook een meertalige collectie boeken, om een zo breed mogelijk publiek te kunnen bedienen. Dit alles maakt de kans groter dat er succesvolle (voor)leeservaringen zijn binnen het gezin. En die succeservaringen smaken naar meer!”



Kernwaarden

Naast alle mooie initiatieven, draait het volgens Katia vooral om een paar essentiële kernwaarden: “Ouders en professionals moeten tijd maken om (voor) te lezen en bewust en op een positieve manier aandacht geven aan de taalontwikkeling van kinderen. Laat ze spelenderwijs leren. Als die ingrediënten thuis, in de kinderopvang, vroeg- en voorschool en de bibliotheek aanwezig zijn, leggen we een waardevolle basis voor een taalrijke toekomst vol ontwikkelkansen voor iedereen.”

Deel dit artikel: